De werking van een SSRI bij Long Covid klachten

Belangrijke informatie vooraf (ook voor uw arts):

Op 2 november 2023 werd het artikel “Treatment of 95 post-Covid patients with SSRIs” gepubliceerd in Scientific Reports. U vindt de link hier.

 

Info over medicatie + uitleg en aandachtspunten voor (huis)artsen

Voor een document met nadere informatie over Doseringen en opbouw van de juiste SSRI’s (om bijvoorbeeld mee te nemen naar uw huisarts of specialist): zie hier. Voor het Info-document met aandachtspunten, inclusief werkingsmechanismen en literatuurverwijzingen (ook voor behandelend artsen), zie hier

 

VAN BELANG ZIJN OOK:

  • (Overige) aandoeningen zoals POTS, zie het Info-document met aandachtspunten.

 

 

  • Allergieën en overgevoeligheden voor medicatie. Zie de info in het Document met doseringen: zeer voorzichtige dosering is van belang. Ook eerder regelmatig gebruik van XTC kan van invloed zijn op de werkaamheid/bijwerkingen van SSRI

 

  • Overige medicatie (daarover zal afgestemd moeten worden met de behandelend arts). Enige info hierover staat in het Info-document met aandachtspunten

 

 

  • Ondersteunende supplementen, zie het Info-document met aandachtspunten op blz. 7 (zie de links hierboven)

 

In februari 2022 verscheen het interview met oud-neuropsychiater Carla Rus
In dit interview gaf Carla Rus uitleg over de mechanismen die bij gebruik van een SSRI Long Covid-klachten kunnen verminderen. Het verminderen van de ontsteking is o.a. gebaseerd op onderzoek naar Fluvoxamine (een SSRI) dat al eerder werd uitgevoerd bij de behandeling van COVID-19 infectie (vlak na besmetting, bij ziek worden). Daaruit kwam naar voren dat Fluvoxamine bij vroege toediening het aantal ziekenhuis-opnames kan verminderen. Zie voor verwijzingen naar meerdere artikelen de eerdere blog: ‘Behandeling en inzichten rond Long Covid‘.

 

Hebt u vragen over SSRI medicatie bij Long Covid? Helaas kunnen wij vanwege de enorme hoeveelheid mails, geen vragen van nieuwe patiënten meer in behandeling nemen.

Echter, we hebben alle informatie en aandachtspunten en adviezen zo gedetailleerd mogelijk gebundeld in de bovenstaande documenten.

Wanneer u al eerder contact opnam zullen we uw vragen graag nog beantwoorden.Vragen van nieuwe patiënten kunnen we helaas niet meer in behandeling nemen. 

 

Info over medicatie + uitleg en aandachtspunten voor (huis)artsen

Voor een document met nadere informatie over de medicatie (om bijvoorbeeld mee te nemen naar uw huisarts of specialist): zie hier. Voor een info-document voor behandelend artsen met uitleg en belangrijke aandachtspunten, zie hier

 

Een samenwerking tussen Carla Rus en Idelette Nutma van Sepsis en daarna was geboren
Carla Rus en ondergetekende deelden onze bezorgdheid over het ontbreken van mogelijkheden voor Long Covid patiënten om medicatie uit te proberen, in samenspraak met hun huisarts. Het leed onder deze patiëntengroep is enorm terwijl het onderzoek naar de mechanismen die de restklachten veroorzaken én onderzoek naar behandelingsexperimenten met medicatie, nauwelijks van de grond kwam (intussen is er gelukkig de Stichting Long Covid die zich inzet voor (meer) onderzoek). Daarop volgde, in nauwe samenspraak met Carla Rus, informatie op de website van Sepsis en daarna, inclusief een document met informatie over medicatie wat meegenomen kan worden ter bespreking met de (huis)arts, zie: Kan SSRI-remmer helpen bij Long Covid klachten en ernstige klachten na sepsis?-Interview met Carla Rus, oud-neuropsychiater‘. De restklachten na sepsis en bij Long Covid hebben heel veel met elkaar gemeen; de energievoorziening staat op een heel laag pitje, de hormonale balans en daardoor de productie van cortisol is vaak verstoord, er kunnen hoofd-en spierpijn optreden, en klachten als gevolg van overprikkeling en een verminderde geheugen- en concentratiefunctie.

 

Veel patiënten wisten inmiddels het interview met Carla Rus en de webpagina met info te vinden
Vele Long Covid patiënten hebben inmiddels hun vragen gesteld via de website van Sepsis en daarna. Carla Rus heeft inmiddels honderden Long Covid patiënten van advies voorzien om mee naar hun huisarts te gaan.

 

Resultaten tot nu toe
Een SSRI is geen wondermiddel maar een groot aantal Long Covid patiënten heeft er na het starten veel baat bij gehad. Een aantal van hen kon daarna zelfs weer gedeeltelijk het werk hervatten. Velen ervoeren dat restklachten zoals ernstige vermoeidheid, overprikkeling, ‘brainfog'(hersenmist) en spierpijn in belangrijke mate verminderden. Dit was tot nu toe het geval bij 60% á 70% van de patiënten. Bij sommigen was het effect licht, bij anderen groot tot heel sterk. Er zijn dus wel veel individuele verschillen. Daarom vragen Sepsis en daarna en Carla Rus ook om het opzetten van gedegen onderzoek naar de toepassing van SSRI-medicatie, zodat we veel meer te weten komen. Natuurlijk is het belangrijk om te weten waarom deze medicatie bij sommigen wel en bij anderen niet aanslaat; waar heeft dat mee te maken? Ook kunnen dan de bijwerkingen nog beter in kaart worden gebracht. Ook die verschillen namelijk per patiënt. Het blijkt tot nu toe wel zo te zijn dat Citalopram vaak wat minder bijwerkingen geeft maar Fluvoxamine wat sterker werkt.

 

Een reactie van een patiënt

“Bij deze wil ik graag even doorgeven dat ik dankzij dit platform en de adviezen van mevrouw Rus een enorme verbetering van kwaliteit van leven heb gekregen. Ik heb sinds maart 2020 post covid syndroom en na ruim twee jaar behoorlijk ziek en beperkt te zijn geweest zijn er na het starten van Citalopram weer deuren voor mij opengegaan. Ik ben weer bijna volledig aan het werk, heb m’n hobby’s weer opgepakt en kan weer voor mijn gezin zorgen. Of de klachten ooit helemaal weg gaan zou ik niet durven zeggen maar als het blijft zo als het nu is dan ben ik een gelukkig mens. Dank jullie wel daarvoor!” (aug. 2022)

 

Soms is een halve startdosering te overwegen
Soms, als er heftige bijwerkingen zijn, is een halve startdosering een optie. Het duurt dan wat langer voor het medicijn zijn effect krijgt maar het kan wel helpen om de bijwerkingen te verminderen. Dit kan met de huisarts besproken worden.

 

Recent onderzoek laat effect SSRI zien in het voorkomen van Long Covid-klachten
Een recent onderzoek van Sidky et al, getiteld: “Assessing the Effect of Selective Serotonin Reuptake Inhibitors in the Prevention of Post-Acute Sequelae of COVID-19” (in pre-print, d.w.z. dat het nog niet is beoordeeld door een expert-panel) laat zien dat SSRI-medicatie invloed heeft op de ontwikkeling van Long Covid-klachten en deze tot op zekere hoogte kan voorkomen. Meer onderzoek is nog nodig maar de bevindingen onderstrepen wel dat deze medicatie kennelijk werkingsmechanismen heeft die bij kunnen dragen aan een vermindering van de lange termijn-ziektelast a.g.v. COVID-19.

 

Werkingsmechanismen SSRI-medicatie, verwoord door Carla Rus
Op haar eigen website geeft Carla Rus uitvoerig uitleg over de eerder al door haar genoemde werkingsmechanismen van SSRI-medicatie, aangevuld met nieuwe informatie en links naar artikelen. Lees hier verder.

 

Een SSRI bij Long Covid: voorbeeld van toepassing op basis van een nieuw ontdekte werking
Het toepassen van een SSRI geschiedt op basis van een werking die voorheen ‘niet echt in beeld was’. Effecten van een SSRI kunnen zijn: ontstekingsvermindering maar ook het helpen herstellen van de zgn. HPA-as (de samenwerking tussen de hypothalamus, de hypofyse en de bijnieren) en het verbeteren van het functioneren van de stofwisseling in de spieren en het onwillekeurige zenuwstelsel, zo is de hypothese die Carla Rus op grond van haar kennis en ervaring uitdraagt. Bijzonder ter onderstreping van het herstel van de HPA-as is ook deze casus: een Long Covid patiënte onderging een bijnier-operatie waarbij de rechter bijnier werd verwijderd. De linker bijnier deed vervolgens niets meer. Na de start van een SSRI, volgens advies van Carla Rus en in afstemming met de endocrinoloog, bleek dat de linker bijnier weer was gaan werken. Dit effect zette door, en behalve betreffende patiënte, was ook de endocrinoloog blij verrast dat het steeds beter ging.

 

Een SSRI moet na 1 of 2 jaar ook weer voorzichtig afgebouwd worden
Van belang is dat een SSRI vooral langzaam weer afgebouwd wordt. De hersenen moeten als het ware weer getraind worden om zelf de goede afstemming te regelen met de hormoonafgifte en ook het aansturen van het onwillekeurige zenuwstelsel moet weer opgebouwd worden. Dit vraagt tijd; de hersen kunnen dit niet in 1 keer en moeten langzaam, in stappen, deze taak weer gaan oppakken. Om een goede afbouw te verzekeren kan het ook helpen om, op recept van de huisarts, aan de apotheek om afbouw-medicatie te vragen. Soms is nl. het laatste stukje het lastigst en dan kan het helpen als er niet te grote stappen hoeven te worden genomen in de afbouw van de dosering.

 

Een goede energiebalans bewaken blijft belangrijk
Het is goed om te waken voor de valkuil van ’te veel doen’ bij herwonnen energie. Soms gebeurt het dat patiënten te hard van stapel lopen. Ze voelen weer meer energie maar voelen nog niet hun grenzen. Het blijft dus belangrijk om te werken aan het doseren van de energie, op tijd te pauzeren en de mechanismen van ‘nog even dit’ of ‘doorgaan tot ik echt moe ben’ te vervangen door het nieuwe mechanisme van ‘op tijd stoppen’, het ‘opknippen van werkzaamheden’ en ‘niet alles hoeft in 1 keer af’. Ook het gericht aandacht besteden aan ontspanningsoefeningen, stress-reductie en het maken van andere keuzes, en vooral het mild zijn voor jezelf, zijn belangrijk. Het fysieke en het mentale gaan hier hand in hand en verdienen beide aandacht.

 

Overige tips die kunnen helpen
Fluimucil, verkrijgbaar bij de drogist, lijkt de ontstekingsreactie in het brein te kunnen verminderen.
De eerste dag 2 keer daags 600mg en daarna 3 keer daags. Lees van tevoren de bijsluiter en kijk even hoe je lijf (o.a. maag en darmen) reageren.
Tijdens of na het eten innemen. Het kan tegen overprikkeling werken en is een sterke anti-oxidant (via glutathion) maar voor sommigen helpt het ook om hartkloppingen en/of hoofdpijn te verminderen, zo is gebleken bij sommige LC patiënten. Fluimucil wordt ook wel NAC genoemd (iets andere variant, dit is de voedings-supplement-vorm), dit is: N-Acetyl-L-Cysteïne. Dosering in dat geval: ook 3 x 600 mg. Je kunt het online ook bestellen. Maar Fluimucil kan ook (zelfde basis-stof), 600 mg. Als de klachten minder worden en/of de Fluimucil of NAC een paar weken tot maanden 3 x daags is gebruikt, probeer dan af te bouwen naar 2x daags. 2 x daags kan deze stof langere tijd gebruikt worden. Nemen de klachten nog verder af, bouw dan af naar 1 x daags (in deze dosering kan het als supplement worden voortgezet). Zie voor goede achtergrondinformatie ook bij orthokennis.

Soms zijn mensen met Long Covid gevoelig voor histamine en kan een histamine-arm dieet de klachten doen verminderen. Ook een anti-histaminicum is dan te overwegen (bespreek dit met de huisarts).

 

Verder nog:
‘Binaural beats’ zijn geluiden op verschillende golflengten die je helpen ontspannen.
Zie als voorbeeld: https://meditationmoments.nl/binaural-beats/. Ook Yoga Nidra helpt sommigen erg goed (echt hele rustige vorm van Yoga).
Voor sommigen werkt osteopathie ook ter verlichting van overprikkelings-klachten.
Ook is het nuttig om het vitamine D en vitamine B12 gehalte te laten checken; als dit te laag is, kan dat meespelen bij sommige van de Long Covid-klachten. Ook extra vitamine C is van waarde om de weerstand te ondersteunen.

 

nov. ’22 Idelette Nutma

 

Zie ook de blogs van 2023:

 

4 maart 2023

Ernstige neurocognitieve klachten na sepsis en bij Long Covid: SSRI medicatie, beloftevolle behandeloptie die meer onderzoek waard is

 

19 januari 2023

Ervaring Daniëlle met SSRI medicatie en nieuws rond Long Covid en vaccinatie

november 9, 2022
sepsisen1
Gevolgen, Herstel, concentratieproblemen, COVID-19, Long-COVID, ontspanningsoefeningen, overprikkeling, spierpijn, SSRI-remmer, vermoeidheid, vitamine B12, vitamine D
33 Reacties

Collaboration for Medical Supplementation of Micronutrients (CMSM)

Patiëntenorganisaties en wetenschappers zetten samen micronutriënten bij acute ziekte op de kaart

 

English document, see here.

 

Het onderzoek naar micronutriënten staat vaak in de schaduw van alle andere onderzoeken in de medische wetenschap. De initiatiefnemers van dit in april ’22 in het leven geroepen ‘Collaboration for Medical Supplementation of Micronutrients ‘ (‘Center’ is gewijzigd in ‘Collaboration’ om het samenwerkingsaspect te benadrukken) vinden dat erg jammer en onterecht. De publicaties betreffende de rol en effecten van bijv. vitamine C en D geven alle aanleiding om de waarde van deze en andere micronutriënten uiterst serieus te nemen in het helpen voorkomen van ontsporing van infecties en het ondersteunen van de behandeling van sepsis en andere levensbedreigende aandoeningen. Het inzetten van micronutriënten is belangrijk om schade te helpen voorkomen en het herstel van de patiënt te ondersteunen zodat de impact van acute ziekte zoveel mogelijk beperkt kan worden. Daarom hebben vertegenwoordigers van patiënten- en burgergezondheidsorganisaties de samenwerking gezocht met wetenschappers om in het belang van patiënten, de aandacht voor de inzet van micronutriënten op constructieve wijze te bevorderen. 

 

Activiteiten van het Collaboration for Medical Supplementation of Micronutrients

Het ‘CMSM’ heeft zich ontwikkeld vanuit een initiatiefgroep tot een belangrijk samenwerkingsverband en heeft inmiddels contacten met diverse gerenommeerde experts in binnen- en buitenland. Zie voor een overzicht ook deze pagina. Eind 2021 werd o.a. in een brief aan de Minister nadrukkelijk aandacht gevraagd voor vitamine D suppletie (middels Hidroferol, dat het vitamine D-level in 4 uren op peil kan brengen). Dit document werd ook in het Engels, in internationale kring, verspreid. Daarnaast zijn inmiddels twee Round Table-bijeenkomsten georganiseerd (in augustus 2021 en recent op 2 juni 2022). Tijdens de laatste bijeenkomst heeft Angelique de Man, hoofdonderzoeker en intensivist werkzaam in het Amsterdam UMC een presentatie gehouden over de belangrijke rol van vitamine C en de aanvulling van aangetoond tekort, de complexiteit van de bepaling ervan en de diverse publicaties waaronder 2 belangrijke artikelen van Hemilä and Chalker:

 

-“Vitamin C Can Shorten the Length of Stay in the ICU: A Meta-Analysis“, in Nutrients (2019)

-“Vitamin C may reduce the duration of mechanical ventilation in critically ill patients: a meta-regression analysis” in het Journal of Intensive Care (2020)

 

 

Bovengenoemde publicaties hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de totstandkoming van de aanbevelingen m.b.t. vitamine C in de recente ESPEN-Guideline (zie tabel 14) waarin rond vitamine C bij kritiek ziekte patiënten wordt aanbevolen:

Dagelijkse aanvulling van vitamine C met 2-3 gram/dag, intraveneus, met het hoogste niveau van bewijs en het hoogste niveau van aanbeveling. De PDF van de ESPEN guideline is hier te vinden.

 

In het artikel in Nutrients luidt de conclusie:

‘We found statistically highly significant evidence that vitamin C can shorten the length of ICU stay’.

 

In het artikel in het Journal of Intensive Care luidt de conclusie:

‘We found strong evidence that vitamin C shortens the duration of mechanical ventilation, but the magnitude of the effect seems to depend on the duration of ventilation in the untreated control group. The level of baseline illness severity should be considered in further research. Different doses should be compared directly in future trials.’

 

De weg vooruit

Het CMSM ziet een belangrijke taak voor zich weggelegd in het bieden van ‘up-to-date’ informatie zoals het onder de aandacht brengen van de recente ESPEN Guideline om de toepassing van deze aanbevelingen op Intensive Care’s in ons land te bevorderen, zowel wat betreft vitamine C als andere micro-nutriënten. Ook willen wij deze informatie meer ontsluiten voor patiënten, naasten en burgers. Daarnaast zijn er andere belangrijke ontwikkelingen gaande, zoals:

 

-het onderzoek naar een mega-dosering vitamine C bij de behandeling van sepsis (Lankadeva et al., Critical Care Medicine, 2021)

-vroege toediening van vitamine C op de Spoed Eisende Hulp bij patiënten met sepsis of septische shock (Universiteitsziekenhuis Leuven, Vandervelden et al, zie deze site)

-de REMAP-CAP studie, waarbij een groep patiënten met COVID-19 die geen vitamine C krijgt wordt vergeleken met een groep die een hoge dosering vitamine C krijgt, zie dit document

-de LOVIT-trial waarbij het effect van een hoge dosering vitamine C wordt onderzocht bij zowel patiënten met longontsteking als COVID-19, zie de website

-de toepassing van hoge doseringen vitamine C bij brandwonden-patiënten, de zgn. VICToRY pilot-trial, zie hier voor alle studie-details

-de toepassing van een hoge dosering vitamine C vlak na een hartstilstand, de VITaCCA-trial, zie hier voor de details

 

Daarnaast wil het CMSM ook het onderzoek naar point-of-care meting van vitamine C bevorderen en ondersteunen, zodat nauwkeuriger per patiënt de spiegels in beeld kunnen worden gebracht. Ook de bepaling van de effecten van diverse micronutriënten in hun onderlinge interactie zijn van belang. Inmiddels wordt aan een website gewerkt (lancering gepland voor het voorjaar van 2023).

 

Missie document

Belangstellende immunologen, intensivisten, SEH-artsen- of verpleegkundigen, patiënt-vertegenwoordigers en anderen die vanuit wetenschap of (para)medische zorgpraktijk zich in de doelstelling van het Collaboration for Medical Micronutrient Supplementation kunnen vinden en onze missie willen steunen, zijn welkom om zich bij ons aan te melden. 

Het Missie-document (in het Engels) is hier te lezen (in dit document wordt nog de oudere naam gehanteerd, maar dit moet dus zijn: ‘Collaboration for Medical Supplementation of Micronutrients’ (CMSM).

 

Namens de kerngroep van het CMSM

Roland de Wolf

Idelette Nutma

Gaston Remmers

Reindert Graaff

Manfred Eggersdorfer

Chaja Hudepol

 

Geïnteresseerden, zie hierboven, die graag mee willen denken, kunnen zich vast wenden tot Roland de Wolf, bestuurder van St. Weerwolfhuizen.

 

juni 3, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, brandwondenpatiënten, Center for Medical Micronutrient Supplementation, CMMS, COVID-19, micronutriënten, patiëntenorganisaties, research, Spoedeisende Hulp, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Nieuwe artikelen rond o.a. vitamine C en D

Wetenschappers publiceren advies voor ondersteuning immuunsysteem
In het vakblad Nutrients (maart 2020) publiceerden de gerenommeerde wetenschappers Calder, Carr, Gombart en Eggersdorfer een belangrijk artikel met als titel: “Optimal Nutritional Status for a Well-Functioning Immune System Is an Important Factor to Protect against Viral Infections“. Op pagina 5 onderaan worden duidelijke aanbevelingen gedaan voor een dagelijkse multivitamine + extra dagelijkse dosering van vitamine C, D, Zink en Omega 3 vetzuren (gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek). Dit kan door ieder individu aangehouden worden. Bovendien wordt aanbevolen bij ziekte 1-2 gram vitamine C per dag te nemen. De behoefte van het lichaam is bij ziekte veel groter en ons lichaam maakt vitamine C zelf niet aan.

Onderzoeksresultaten laten zien: 14-daagse toediening van 500 mg orale vitamine C bij IC-patiënten heeft significant positief effect op de overlevingsduur
In Iran werd in het Razi Hospital in Rasht een Double blind, Randomized Controlled Clinical Trial uitgevoerd onder 120 patiënten die met COVID-19 in het ziekenhuis waren opgenomen. Het ging om patiënten waarvan verwacht kon worden dat zij minstens 48 uur op de Intensive Care zouden verblijven en voeding via het maagdarm-stelsel konden verdragen. De patiënten in de behandelde groep kregen dagelijks de inhoud van een tablet van 500 mg vitamine C toegediend. De controlegroep kreeg dit niet. “The Effect of Vitamin C on Pathological Parameters and Survival Duration of Critically Ill Coronavirus Disease 2019 Patients: A Randomized Clinical Trial” werd op 15 december 2021 gepubliceerd in het vakblad Frontiers in Immunology.
Resultaat: een significant hoger aantal patiënten van de behandelde groep patiënten overleefde (16,1 %) t.o.v. de controlegroep (2,9%). Een groot verschil dus in overleving. Ook bleek dat de overlevingsduur een lineaire positieve associatie had met de vitamine C toediening (inclusief correcties voor diverse factoren die konden meespelen als leeftijd, onderliggende ziekten, beademing, etc.) De duur van de overleving vertoonde een sterke relatie met de toediening van de vitamine C. Dit is geweldig nieuws voor de waarde van vroege toediening van vitamine C.

Meta-analyse door Shrestha et al. concludeert: vitamine C verkort ziekenhuis-opname
Deze meta-analyse, waarbij ook Fowler (die hoofdonderzoeker was bij de CITRIS-ALI trial) and Kashiouris betrokken waren (bekende vitamine C experts) concludeert in de inleiding: “The use of vitamin C showed a significant reduction in the length of ICU stays in critically ill patients.” Het onderzoek, gepubliceerd in Nutrients in oktober 2021 liet o.a. ook zien dat de kans op sterfte in het algemeen 19% lager was bij de met vitamine C behandelde patiënten. Ook was er geen sprake van een negatief effect op de nierfunctie bij de toepassing van vitamine C. Dit is nogmaals een bewijs dat vitamine C toepassing geen extra risico oplevert op schade aan de nieren. Verder liet het onderzoek zien dat vitamine C-toepassing de duur van de ziekenhuisopname verkorte. Bij deze meta-analyse werden naast randomized controlled trials ook observationele studies betrokken. Bij subgroep-analyse van alleen de randomized controlled trials werd geen verschil gezien in de mortaliteit, echter een verkorting van de duur van de IC-opname werd juist weer wel geconstateerd bij een subgroep-analyse van alleen de randomized controlled trials. De algemene conclusie van het onderzoek laat het volgende zien: “The treatment of critically ill patients with vitamin C did not offer mortality benefits in terms of a reduction in in-hospital mortality, 28/30-day mortality and ICU mortality based on the cumulative analysis of the randomized controlled trials. However, vitamin C did reduce the length of hospitalization, although it did not reduce the number of ICU days. In addition, vitamin C therapy was relatively safe, especially from a renal standpoint, given the no significant group difference in the incidence of acute kidney injury and the need for renal replacement therapy.”

Een review van Patel et al., gepubliceerd in september 2021, laat een verband zien met een significant lagere mortaliteit bij toepassing van hoge dosering vitamine C
Een systematische review en meta-analyse met als titel: ‘IV Vitamin C in Critically Ill Patients‘ gepubliceerd in het vakblad Critical Care Medicine door Patel et al. (inclusief Daren Heyland, ook een gerespecteerd onderzoeker) laat het volgende zien: ” IV vitamin C monotherapy was associated with a significant reduction in overall mortality (relative risk, 0.64; 95% CI, 0.49–0.83; p = 0.006), whereas there was no effect with IV vitamin C combined therapy. No trial reported an increase in adverse events related to IV vitamin C.” De conclusie van het onderzoek luidt: “IV vitamin C administration appears safe and may be associated with a trend toward reduction in overall mortality. High-dose IV vitamin C monotherapy may be associated with improved overall mortality, and further randomized controlled trials are warranted.” Dit onderzoek ondersteunt de rol van vitamine C-monotherapie in het omlaag brengen van de sterfte, met name in hogere doseringen. Bijzonder in deze studie is dat zowel vitamine C behandeling met lage als hoge doseringen werden meegenomen en apart geevalueerd.

Vitamin D Status and SARS-CoV-2 Infection and COVID-19 Clinical Outcomes
In deze publicatie, in Frontiers in Public Health, 22 december 2021, vonden de onderzoekers het volgende: “Patients with low vitamin D levels present an increased risk of ARDS requiring admission to intensive care unit (ICU) or mortality due to SARS-CoV-2 infection and a higher susceptibility to SARS-CoV-2 infection and related hospitalization.” Vertaald: patiënten met een lage vitamine D spiegel laten een verhoogd risico voor ARDS (vrij vertaald: acute longproblemen) met noodzakelijke IC-opname of overlijden door COVID-19 infectie zien en ook een verhoogde gevoeligheid voor een infectie en ziekenhuisopname.

Vitamin D Endocrine System and COVID‐19
Bouillon en Quesada-Gomez zijn de auteurs van dit artikel dat op 17 november 2021 op JBMR online kwam. De onderzoekers concluderen: “Observational data strongly suggest that supplementation with vitamin D or, especially, calcifediol may decrease the severity of this disease as demonstrated by reduced need for intensive care and decreased mortality risks. Further large, randomized trials are needed. In the meantime, we recommend rapid correction of 25OHD deficiency in all subjects possibly exposed to this coronavirus. This cost‐effective and widely available treatment could have positive implications for the management of COVID‐19 worldwide.” Zij zien voldoende bewijs en doen een duidelijke oproep om, in afwachting van verder onderzoek, op grond van de significant positieve effecten uit meerdere studies, over te gaan tot snelle aanvulling van vitamine D-tekorten bij allen die mogelijk in aanraking komen met het coronavirus.

Open brief van experts vroeg reeds in 2020 aandacht voor het belang van vitamine D
In december 2020 stuurden experts van over de hele wereld een open brief, gericht aan alle regeringsleiders, waarin zij vroegen om consequenties te verbinden aan de belangrijke rol van vitamine D en niet meer te wachten met de toepassing ervan, vanuit de veelheid aan onderzoeksresultaten maar ook vanuit het ethisch perspectief. In de brief staat o.a. te lezen: “Decades of safety data show that vitamin D has very low risk: Toxicity would be extremely rare with the recommendations here. The risk of insufficient levels far outweighs any risk from levels that seem to provide most of the protection against COVID-19, and this is notably different from drugs. Vitamin D is much safer than steroids, such as dexamethasone, the most widely accepted treatment to have also demonstrated a large COVID-19 benefit. Vitamin D’s safety is more like that of face masks. There is no need to wait for further clinical trials to increase use of something so safe, especially when remedying high rates of deficiency/insufficiency should already be a priority.” Vertaald in het kort: Vitamine D heeft heel weinig risico’s. En die risico’s vallen in het niet bij die van een tekort aan vitamine D omdat het in grote mate bescherming biedt tegen COVID-19. Dat risico van een tekort is heel anders dan bij medicijnen. Ook is vitamine D veel veiliger dan steroïden, die wereldwijd geaccepteerd zijn om hun werkzaamheid bij COVID-19. De veiligheid van vitamine D is meer zoals die van mondkapjes. Er is geen noodzaak om meer onderzoek af te wachten om het gebruik van een zo veilig middel te bevorderen, speciaal wanneer tekorten toch al een punt van zorg zijn. Zie hier het artikel in Nutra ingredients (News & Analysis on Supplements, Health and Nutrition – Europe). De brief is hier te vinden, ondertekend door meer dan 200 wetenschappers en artsen, waaronder 115 professoren.

Zie ook in de eerdere blog van 6 januari 2022 het vitamine D-document + brief die vanuit Nederland in december 2021 werd verstuurd aan de Minister van VWS en aan meerdere artsen-organisaties. Ook op de website verzorgdezorg.nl werd hieraan aandacht besteed. Preventie is ook uitermate van belang om de zorg in onze ziekenhuizen behapbaar te houden en gezondheidswerkers te behoeden voor overbelasting en ziek worden. Ook vanuit dat oogpunt kunnen deze toepassingen echt een verschil maken.

Idelette Nutma
20 januari, 2022
januari 20, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, brief, micronutriënten, mortaliteit, onderzoek, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Nieuwe ontwikkelingen rond vitamine D, initiatiefgroep gestart

Document over vitamine D, gezamenlijk initiatief van wetenschappers, patiënt- en burgergezondheidsorganisaties

Op 13 december 2021 ging een brief uit naar het Ministerie van VWS om opnieuw aandacht te besteden aan Vitamine D. Ook werd het volgende persbericht uitgebracht:

“Hierbij maken wij *) u attent op ons verzoek aan het Ministerie van VWS om opnieuw aandacht te besteden aan Vitamine D.
We zijn blij dat de overheid het vitamine D product Hidroferol eerder dit jaar heeft toegelaten voor behandeling bij een vitamine D tekort. Het kan de vitamine D status in het bloed in circa vier uren aanzienlijk verhogen. Dit middel kan daarom een groot verschil maken in de noodzaak voor IC-opname en de overlevingskans indien de behandeling wordt ingezet direct na ziekenhuisopname.
Belangrijk is dat deze nieuwe inzichten meegenomen worden in het beleid. Zo kan veel impact al op korte termijn worden voorkomen. Naar wij hopen kan dit snel bijdragen tot het verlichten van de nood voor patiënten en onze gezondheidszorg. In bijlage het document: ‘De rol van vitamine D in COVID-19 interventie-studies’
Met vriendelijk groet,

*) Dit verzoek is gedaan namens een aantal deelnemers van de initiatiefgroep ‘De rol van micronutriënten in de acute fase van kritieke ziekte’, die is opgezet door patiënten- en burgergezondheidsorganisaties die hierin de samenwerking hebben gezocht met wetenschappers”

De bovengenoemde brief ging vergezeld van een document dat door prof. dr. Manfred Eggersdorfer en dr. ir. Reindert Graaf werd opgesteld (beiden verbonden aan het UMCG, Eggersdorfer: Department of Healthy Aging, Graaff: tot dec. 2021 verbonden aan het UMCG als onbezoldigd universitair hoofddocent). Dit document werd met de bovengenoemde gezamenlijke brief namens meerdere organisaties, medici en experts uit diverse vakgebieden verstuurd aan de Minister van VWS alsmede aan diverse medische organisaties/gremia die zich buigen over de behandelrichtlijnen bij kritieke ziekten als COVID-19 en sepsis. Het document is hier te lezen. O.a. nieuwe ontwikkelingen (waaronder de goedkeuring van Hidroferol en recente onderzoeksresultaten) en een breder perspectief worden hierin onder de aandacht gebracht. Het document is ook in het Engels uitgebracht en verspreid, zie hier de Engelse variant.

Initiatiefgroep ‘De rol van micronutriënten in de acute fase van kritieke ziekte’

Belangrijk is dat de initiatiefnemers wetenschap en patiëntenwaarden en -perspectief meer samen willen laten optrekken. De groep heeft een zeer open karakter en wil het nadenken over, het onderzoek naar en de toepassing van micronutriënten bij acute ziekte stimuleren. Er is een kerngroep gevormd waarin o.a. diverse wetenschappers, artsen en de organisaties ‘Mijn data, onze Gezondheid‘, St. WeerWolfhuizen en Sepsis en daarna als patiënten- en burgergezondheidsorganisaties deelnemen die op hun beurt weer veel contacten hebben. Begin 2022 zal de initiatiefgroep meer structuur gaan krijgen. Voorlopig is al een projectcoördinator aangesteld. Vele experts, ook uit het buitenland, denken mee met de initiatiefgroep, waaronder ook Anitra Carr (vitamine C expert, Nieuw Zeeland).

Geïnteresseerde wetenschappers of patiëntenorganisaties die graag mee willen denken kunnen zich vast wenden tot Roland de Wolf, bestuurder van St. Weerwolfhuizen.

Editorial artikel gepubliceerd rond de rol van vitamine D bij het verminderen van het risico op ziekte, ernstig verloop en overlijden door COVID-19

Het hoofdredactionele artikel van de eerste editie van het vakblad Nutrition 2022 besteedt aandacht aan de essentiële rol die D’Avolio (professor in de farmacologie aan de universiteit van Turijn) heeft gespeeld in het aantonen van de belangrijke rol van vitamine D bij het reduceren van de risico’s van een ernstig ziekteverloop en overlijden bij COVID-19. Daar waar soms onzekerheid rees over de vraag of het vitamine D-gehalte ‘risico voor’ of ‘alleen gevolg was van’ COVID-19 wordt dat in het overzicht van de genoemde onderzoeken (die ook in een aantal gevallen de periode voorafgaand aan ziekte bestrijken) grotendeels weggenomen in het voordeel van een bepalende rol van vitamine D-tekort bij de ontwikkeling van de ziekte. Ook wordt beschreven hoe de waarde van vitamine D onafhankelijk is van mutaties van het virus. Lees het artikel van Grant, W.B.: “Vitamin D’s Role in Reducing Risk of SARS-CoV-2 and COVID-19 Incidence, Severity, and Death” in Nutrients 2022, 14, 183, https://doi.org/10.3390/nu14010183

Lees hier verder over de Initiatiefgroep Micronutriënten in de acute fase van (kritieke) ziekte.

Idelette Nutma, 6-1-2022
januari 6, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, miconutriënten, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Afgewogen haast

Haast en afwegingen moeten komen tot een nieuwe balans

-een roep om gesprek vanuit oprechte betrokkenheid-

De aanstormende Omicron-variant en nieuwe informatie rond vitamine D en vitamin C dagen ons uit. Zie o.a. het recente document dat aan de minister werd gestuurd alsmede de publicatie van Patel et al. ‘IV Vitamin C in Critically Ill Patients – A Systematic Review and Meta-Analysis’ (Critial Care Medicine, online, 22-9-’21). Het is nodig dat haast én nieuwe afwegingen in een nieuwe balans komen.

Ook rond andere interventies is die gewenst. We zien de voorbeelden om ons heen. In Trouw, 13-12-’21, in het artikel Op zoek naar het vaccin van de toekomst merkt Jona Walk op: ‘Zo is (bij de keuze voor een booster-vaccinatie) het argument voor de snelle toelating: we hebben haast. Er is geen tijd voor grondig testen. Maar je kunt prima parallel testen of je vaccin werkt’. Met haar pleidooi vestigt ze de aandacht op ‘te rechtvaardigen haast’ die niet ‘wacht op’ maar gecombineerd kan worden met voortgaand onderzoek. Dat vergt een keuze. Een keuze waarbij we met elkaar zeggen: hoezeer we ook idealiter de voorkeur zouden geven aan de volgorde ‘ultiem bewijs gevolgd door toepassing’ maken we omwille van het belang van patiënten de keuze voor ‘afgewogen haast’. Als we dit principe toepassen bij belangrijke micronutriënten zoals vitamine C en D, waarover recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn en die een hoge mate van veiligheid hebben laten zien (hoger dan menig medicament), zouden we in termen van nadeel voor de patiënt weinig risico lopen, zeker als we daarnaast op grote schaal gaan monitoren en data verzamelen. Die keuze hebben we, en kunnen we zoals bij andere maatregelen en interventies rechtvaardigen met verwijzing naar het ‘voordeel voor de patiënt’.

In het geval van vitamine C en D speelt ook nog iets anders mee waarin deze micronutriënten zich onderscheiden van medicatie, nl. dat toepassing naast ‘voordeel door extra ondersteuning van het immuunsysteem’ ook nadeel te niet doet, nl. risico op schade door een tekort, een tekort zoals dat in onderzoek bij acute infecties, ook bij COVID-19, veelvuldig naar voren komt (zie wat betreft vitamine C o.a. Chiscano-Camon et al. en Carr et al.). Zeker doorgronden we nog niet geheel het precieze werkingsmechanisme van vitaminen. Dat laatste geldt echter voor veel interventies in deze crisis. Daarvoor is voortgaand onderzoek uiteraard van groot belang. Maar van een tekort kennen we de manifestaties al sinds lange tijd. Niet voor niets wordt aanvulling van aangetoonde tekorten dan ook door het Adviespanel Innovatieve behandelingen COVID-19 onderschreven.

Initiatiefgroep gestart

Een groep patiënt-vertegenwoordigers en burgergezondheidsorganisaties heeft de samenwerking met wetenschappers gezocht om de belangrijke rol van micronutriënten tijdens de acute fase van kritieke ziekte meer op de kaart te zetten. Vanuit deze groep is op 13 december een brief verstuurd aan de minister en staatssecretaris en diverse artsenorganisaties. Bij deze brief zat een uitgebreid document over nieuwe mogelijkheden voor vitamine D-toediening en onderzoek dat tot nu toe nog niet is meegenomen in het beleid. De brief aan de minister is hier te lezen.

Gesprek

Het gesprek over ‘afgewogen haast’ wordt op velerlei fronten noodgedwongen vluchtig gevoerd, zie ook Molnupiravir dat nog niet officieel is goedgekeurd door de EMA maar al wel gebruikt mag worden in de Europese lidstaten. Rond vitamine C en D wordt vanuit wetenschappelijk perspectief wel heel veel ‘afgewogen’ maar ontbreekt de ‘haast’ lijkt het. Terwijl het vanuit patiënten-perspectief om kostbare tijd gaat. Ik herhaal hier dan ook de logische vraag: zou het niet mooi zijn om een nieuwe weg in te slaan en als wetenschappers en patiënt-organisaties samen te bekijken hoe we hier ruimte voor kunnen maken? Zou het niet nieuwe perspectieven openen om ‘compassionate use’ mogelijk te maken met gelijktijdige verzameling van big data? Uiteindelijk geeft dit misschien een iets minder hoge graad van bewijs maar als vele ziekenhuizen meedoen kan het toch robuuste data opleveren, aldus ingewijden.

‘Compassionate use’ werd eerder al toegestaan bij Remdesivir. We kunnen het zien als een soort tussenoplossing. En tussenoplossingen worden vaker gezocht en gevonden. Zie de voorlopige toestemming die recent is afgegeven voor diverse geneesmiddelen waarbij het proces van goedkeuring nog niet is afgerond. Allemaal voorbeelden van vervroegde toepassing op basis van keuzes.

‘Compassionate use’

Deze optie pas je niet toe bij een middel waar iedereen het over eens is. Je past het ook niet toe als er geen enkele grond is voor de werkzaamheid. Je past het ook niet toe als het al standaardbeleid is. Je past het ook niet toe als het enorme risico’s heeft die de voordelen te niet doen. Je past het ook niet toe als er geen nood is. Je past het ook niet toe als je andere opties hebt die COVID-19 geheel onder de duim houden en een nieuwe golf met gemak op afstand houden.

Laten we ze allemaal eens afvinken. Alle genoemde aspecten lijken van toepassing. Zouden vitamine C en D dan geen bespreekbare optie zijn, in de wetenschap van hun belangrijke rol in de strijd van ons lichaam tegen infectie?

Geen tijd te verliezen

Nu er een nieuwe golf van de Omicron-variant op ons afkomt mogen alle opties nadrukkelijk op tafel komen. Zeker de veilige. Het eventuele ‘risico’ van ‘beperkt’ resultaat valt volledig weg tegenover de schaal waarop de impact van dit virus zich manifesteert; elke vermindering van impact is welkom, zowel voor patiënten als onze gezondheidszorg. En kostbaar tijdsverlies zou in dit kader veel zwaarder mogen wegen. Zouden we de optie van ‘compassionate use’, gezien de hoge nood, niet op z’n minst kunnen verkennen? Ik doe deze oproep van harte ook aan medisch ethici. Juist bij deze afwegingen kunnen ethici maar ook patiënten-vertegenwoordigers helpen om het uit het 1-dimensionale te tillen en naast de normen ook onmisbare waarden in te brengen. Het zou een mooie uitdrukking zijn van ‘Afgewogen haast’…..

Tot slot

In de tussentijd is het belangrijk dat patiënt-vertegenwoordigers ook samen met wetenschappers/artsen pleiten voor meer financiering van voortgaand onderzoek naar de optimale verhouding en dosering van álle micronutriënten. Echter, het wachten op afronding van al deze onderzoeksresultaten zal nog jaren vergen terwijl we al belangrijke aanwijzingen hebben voor een aantal van deze stoffen.

De ethische vraag die bij deze afwegingen daarom relevant is, luidt:

Nemen we genoegen met de gunstigst gebleken dosering van een klein aantal van deze micronutriënten (volgens beschikbare kennis tot nu toe) op basis van hun voordelen voor de patiënt en gezien de haast die geboden is? Ook als die doseringen zoals bij diverse soorten antibiotica, nog verder geoptimaliseerd moeten worden? Zie als richtinggevend voor doseringen bijv. de CITRIS-ALI trial (zie de video waarin hoofdonderzoeker Fowler toelichting geeft over de dosering én de her-analyse van het onderzoek, vanaf 32 minuten) en de recente trial van Nogues et al. Het is het bevestigende antwoord op deze vraag dat de mogelijkheid van ‘compassionate use’ snel dichterbij kan brengen. In het kader van ‘Afgewogen haast’…..

Schrijfster komt graag in contact met nog meer wetenschappers/artsen (dan tot nu toe al bereid gevonden) die open staan voor dit redelijk en waardevol gesprek (via dit contactformulier) om deze mogelijkheden verder te verkennen.

18-12-2021, Idelette Nutma
december 21, 2021
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, CITRIS-ALI trial, ethiek, Omicron, onderzoek, studies, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Vernieuwend onderzoek naar micronutriënten meer nodig dan ooit

Acuut zieke patiënten hebben veelal aangetoonde tekorten aan micro-nutriënten zoals vitamine C.
Er is al heel veel gepubliceerd over de belangrijke rol van vitaminen, mineralen e.a. micro-nutriënten waar acuut zieke patiënten vaak grote tekorten aan hebben. De aandacht voor voeding (ook op de IC waar patiënten veelal via het infuus belangrijke micro-nutriënten krijgen toegediend) neemt gelukkig steeds meer toe. Echter, terwijl burgers en patiënten en ook veel artsen het aanvullen van tekorten bij ernstig zieke patiënten een heel logische prioriteit en voor de hand liggende focus zouden vinden, toch krijgt dit onderwerp van hogerhand en vanuit subsidiërende instanties veel te weinig aandacht.

Wel zijn er gelukkig, zoals genoemd, steeds meer positieve berichten over de waarde van micro-nutriënten en het belang van onderzoek hiernaar. Daarbij zou het waardevol kunnen zijn om grootschalig onderzoek te combineren met het alvast starten met de toediening van specifieke, veilig gebleken micro-nutriënten op basis van ‘compassionate use’, m.a.w: voortgaand onderzoek én gelijktijdige toepassing (op basis van het best beschikbare bewijs). Het zou mooi zijn als we, in samenspraak tussen onderzoekers en patiëntenvertegenwoordigers, daarvoor ruimte zouden kunnen maken. Opdat we het streven naar perfectionering van het bewijs niet onbedoeld in de weg laten staan van het nu al benutten van veilige kansen. Natuurlijk vraagt dat goede voorbereiding en intensieve samenwerking.

Zie deze mooie presentatie van Yugeesh Lankadeva en Clive May over de waarde van vitamine C bij het voorkomen van orgaanschade.

 

 

Arthur van Zanten bestudeert de invloed die micro-nutriënten hebben op de mitochondriën (de energiecentrales in de lichaamscellen)
Dr. Arthur van Zanten gaf een lezing op het ISICEM congres waarbij hij de vraag stelde of (tekorten aan) micro-nutriënten wellicht een beperking vormen voor een optimaal functioneren van de mitochondriën in de lichaamscellen. Lees het artikel waarin van Zanten zijn onderzoek toelicht.

Op zoek naar balans in de verhouding tussen wetenschappelijk en patiëntenbelang; nieuwe aanvliegroutes.
Het is zeer waardevol dat de mechanismen en de precieze bijdrage van de verschillende micro-nutriënten goed in kaart worden gebracht. En het is geweldig dat artsen zoals Arthur van Zanten zich hier met grote passie voor inzetten. Daarnaast verdient het ethisch aspect ook aandacht; we doen enorm ons best om gedegen onderzoek op te zetten volgens de heersende standaard van een RCT (=Randomized Controlled Trial) waarbij toepassing pas volgt na het doorlopen van het complete traject. Maar we zouden in samenwerking tussen wetenschappers en patiënten-vertegenwoordigers ook kunnen bekijken hoe we onderzoek bij een veilige stof als vitamine C kunnen doen terwijl we tegelijk ook (op grote schaal en goed gemonitord) toepassen. Dat gesprek, ter oriëntatie, vindt al plaats. Van een stof als vitamine C weten we al dat die, mits toegepast in een voldoende dosering (zoals in de CITRIS-ALI trial), allerlei processen die tijdens de infectie-reactie optreden, op een veilige manier in goede banen helpt te leiden….Afwachten kan schadelijk zijn. Hoeveel schade patiënten oplopen door tekorten aan o.a. vitamine C in de tijd dat we afwachten tot alle onderzoeksresultaten bekend zijn…is een relevante vraag. En nóg een relevante vraag is: kunnen we patiënten hier nog 3 jaar op laten wachten totdat we alle onderzoek hebben uitgevoerd of gaan we al met beschikbare kennis aan de slag? Van bijvoorbeeld antibiotica weten we van vele middelen nog steeds niet de optimale dosering terwijl een aantal van hen ook nog flinke bijwerkingen kunnen hebben. Naar die optimale dosering wordt nog steeds onderzoek gedaan terwijl deze antibiotica tegelijkertijd, vanwege de voordelen, op grote schaal worden toegediend. Bovengenoemde vragen die gaan over de voordelen/nadelen-balans en patiëntenwaarden, zijn dus nuttig om te stellen. Vanuit het patiëntenbelang en in het licht van de urgentie (rond COVID-19) zou het op z’n minst ‘niet vreemd’ zijn om de mogelijkheid van een combinatie van onderzoek en toepassing van veilig gebleken middelen te verkennen en uit te werken, zeker nu het gebruik van ‘big data’ veel meer mogelijkheden geeft.

Vermindert een hoge dosis vitamine C orgaanschade na reanimatie? Een multicenter studie in Nederland onderzoekt dit
Een team vanuit het Amsterdam UMC, in samenwerking met andere ziekenhuizen, onderzoekt de rol die vitamine C in hoge doseringen speelt bij het verminderen van orgaanschade.
Een hoopvolle studie die onderstreept dat vitamine C het verschil kan gaan maken in de toekomstige behandeling van kritieke aandoeningen zoals een hartstilstand. Zie hier de opzet van het onderzoek.

Toelichting van Fowler bij de CITRIS-ALI trial
Deze trial bleek, na correctie achteraf voor ‘survivors-bias’ (waarbij bepaalde gegevens niet mee-berekend waren in het onderzoek), juist een significante daling te laten zien in de orgaanfalen-scores bij de groep die behandeld werd met vitamine C. Direct bij publicatie van de eerste resultaten was al gebleken dat de sterfte significant lager was in de behandelde groep. De CITRIS-ALI trial liet dus zien dat vitamine C in een hogere dosering (200 mg/kg/24 uur) een zeer gunstige uitwerking heeft op de mate van orgaanfalen en dus de mortaliteit. Er is een directe relatie tussen de mate van orgaanfalen en sterfte.
Zie dit fragment uit de webinar van het Linus Pauling Institute met als titel: “Vitamin C and Health: New Frontiers”:
Filmpje Fowler, 3 minuten

Zie de hele webinar van het Linus Pauling Institute..

Zie hier voor de website van het Linus Pauling Institute.

Laatst genoemde studies zijn een extra illustratie van de enorme kansen die we nú al hebben, kansen om een micro-nutriënt als vitamine C nu al in de praktijk zijn werk te laten doen en de uitdaging te zien in het opzetten van grootschalige monitoring die ons een enorme hoeveelheid aan gegevens kan opleveren.

september 30, 2021
sepsisen1
Behandeling, Geen onderdeel van een categorie, Herstel, Preventie, orgaanfalen, orgaanschade, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Mega-dosering vitamine C succesvol bij patiënt met COVID-19 en septische shock, en nieuws rond vitamine D

Publicatie in Critical Care over het succes van een megadosis vitamine C in het omkeren van septische shock
In februari werd het artikel “Reversal of the Pathophysiological Responses to Gram-Negative Sepsis by Megadose Vitamin C” gepubliceerd in Critical Care Medicine. Allereerst beschrijven de onderzoekers hoe zij onderzoek deden bij schapen bij wie een sepsis-reactie werd opgeroepen. De septische shock bleek bij een megadosis vitamine C omkeerbaar; de nierfunctie herstelde zich en de zuurstofvoorziening in het lichaam ook. Betreffend onderzoeksteam van het Florey Institute of Neuroscience and Mental Health doet al jaren onderzoek naar vitamine C.
Maar dat was nog niet alles. Bij een ernstig zieke COVID-19 patiënt voor wie de situatie er zeer slecht uitzag, besloten zij na goed overleg met een wetenschappelijk/ethische commissie, op grond van hun ervaringen, een mega-dosering vitamine C toe te dienen. Betreffende patiënt herstelde geheel. Uiteraard geeft het onderzoeksteam aan dat uitgebreid onderzoek moet volgen om te bezien of dit ook bij een grote patiëntengroep werkt. Mooi aan dit onderzoek is, dat nu eindelijk een veel grotere dosering wordt toegepast dan bij de laatste grote trials die de werking van vitamine C onderzochten. Dat is belangrijk omdat het tekort aan vitamine C oploopt naarmate de kritieke ziekte verder gevorderd is. Dus als bij een patiënt al langere tijd sprake is van orgaan-falen, is een grotere dosering nodig. Dat wordt ook door dit onderzoeksteam in deze casus gedemonstreerd. Het onderzoeksteam is momenteel bezig met het uitvoeren van een trial waarbij bij patiënten met sepsis het effect van een mega-dosering vitamine C wordt onderzocht.

Gezondheidsraad: ‘Geen bewijs dat vitamine D beschermt tegen Covid-19’. Waar blijft de ethiek?
Op 3 maart berichtte dagblad Trouw: “Er is geen aanleiding om het advies over het slikken van vitamine-D-pillen te veranderen, aldus de Gezondheidsraad. Er is geen bewijs voor een gunstig effect tegen Covid-19.” Dit n.a.v. een advies van de Gezondheidsraad waar om was gevraagd door staatssecretaris Blokhuis. Het advies van de Gezondheidsraad staat in schril contrast met eerdere aanbevelingen door hoogleraren, zie in het Dagblad van het Noorden, 25 december 2020. Het advies gaat ook voorbij aan de ethische discussie of we het risico dat een vitamine D tekort met zich meebrengt überhaupt over onszelf af willen roepen. En of ‘afwachten’ en in de tussentijd ‘niks doen met de kennis’ dat een vitamine D tekort geassocieerd is met een ernstiger verloop van de ziekte, in het patiëntenbelang is. Dit ethisch aspect werd treffend verwoord in een artikel in Medisch Contact van 4 februari, getiteld: Vitamine-D-deficiëntie bij covid-19: een ethisch dilemma? Wel heeft de staatssecretaris (Blokhuis) het Voedingscentrum gevraagd om meer nadruk te leggen op het naleven van eerdere adviezen rond vitamine D voor speciale groepen (ouderen, mensen met een gekleurde huid en ieder die heel weinig buitenkomt), zie ziun brief aan de Tweede Kamer.

Organisatie van Spaanse gerontologen en geriaters komt met aanbeveling rond vitamine D suppletie bij ouderen
In een artikel spreken deze artsen zich uit voor geprotocolleerde aanvulling van vitamine D bij ouderen. Vanuit ethisch oogpunt stellen zij ook: “We know that in an ideal world, health decisions must be made based on overwhelming evidence, but a time of crisis such as the current one may require a slightly different set of rules.” Lees het artikel: “VitaminD supplementation for the prevention and treatment of COVID-19: a position statement from the Spanish Society of Geriatrics and Gerontology
Zie ook het commentaar van de Ortho Health Foundation, van 3 maart 2021.
maart 25, 2021
master
Behandeling, Herstel, Preventie, ethiek, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Waardering voor Paul Marik? Appreciation of Paul Marik? Ja, lees maar. Indeed, read on….

Paul Marik als pionier
See here the English translation
Dr.Paul E. Marik, is een professor in de geneeskunde en is hoofd van de afdeling Long- en Critical Care Medicine aan de Eastern Virginia Medical School. Hij staat bekend om de vitamine C-sepsis-cocktail oftewel de HAT therapie (afkorting voor Hydrocortison, Ascorbinezuur en Thiamine). Zie voor een mooi overzicht het artikel in Ortho, uit 2017.

De publiciteit
Dat hij met zijn aanpak de publiciteit zocht is hem niet in dank afgenomen door sommige collega’s. Maar aan 3 dingen werd voorbijgegaan en dat is erg jammer.

Zijn beweegredenen: op grond van de zeer positieve, levensreddende effecten van zijn behandeling voor een ziektebeeld waaraan velen normaal gesproken komen te overlijden, heeft hij het ethisch juist geacht om de resultaten snel te publiceren, overigens wel ondersteund door een zorgvuldig opgezet onderzoek en voortbouwend op een enorme hoeveelheid literatuur en research die al gedaan was naar vitamine C. De publiciteit die het genereerde was sommigen een doorn in het oog. Maar het is unfair naar Paul Marik toe om te doen alsof hij de publiciteit heeft gezocht om ‘anderen te snel af te zijn’ of uit eigenbelang. Of alsof hij maar wat heeft ‘aangerommeld’ en de wetenschap schade heeft toegebracht. Wie hem ook maar een klein beetje kent, weet met wat voor passie en dienstbaarheid aan de patiënt hij zijn werk doet. En dat hij ook veel wetenschappelijke publicaties op zijn naam heeft staan. Hij heeft destijds een zeer moedige keuze gemaakt die hem veel heeft gekost. En die keuze heeft hij bewust gemaakt, op de koop toenemend dat het onrust zou geven in ‘wetenschapsland’. Waarom? Omdat hij de ‘benefits’ van vitamine C niet langer aan patiënten wilde onthouden, zeker gezien het grote verschil dat zijn therapie maakte; niet alleen qua sneller herstel maar juist ook als ‘life-saver’. Deze ‘benefits’ zijn groot en werden én worden tot op de dag van vandaag herhaald door vele collega’s in andere ziekenhuizen over de hele wereld.

Zijn bijdrage aan ‘evidence based medicine’: Marik is behalve IC-arts en hoofd van de Long- en Critical Care Medicine-afdeling in zijn ziekenhuis ook afgestudeerd farmacoloog. Zijn kennis van de gedragingen van medicatie en micronutriënten in het menselijk lichaam en de ingewikkelde biochemische processen daarbij is groot. Hij heeft een prachtige rationale geschreven over de werking van vitamine C en de HAT therapie. En daarnaast heeft hij de voor-en na studie die de aanleiding vormde om naar buiten te treden, uitgebreid beschreven en daarover ook zeer veel gedetailleerde vragen beantwoord. Ook heeft hij altijd aangegeven voorstander te zijn van verder wetenschappelijk onderzoek. Maar Evidence Based Medicin is meer dan wetenschappelijk bewijs alleen; de andere 2 pijlers bestaan uit ‘klinische expertise’ en ‘waarden en voorkeuren van patiënten’. Zie ook het rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. De ’tegenstanders’ van Paul Marik laten de laatste 2 wel erg gemakkelijk liggen. En dat is zorgelijk…want de resultaten in de praktijk zijn tastbaar en ze zijn realiteit. De verlaging van de mortaliteit of het aantal dagen dat vasopressoren nodig zijn, ligt vast in grafieken van ziekenhuizen en in de gemelde ervaringen van tal van artsen (en ook van een aantal grote trials) en is ‘reproducible’, zo blijkt in de praktijk. Dat zou toch op z’n minst een reden zijn voor nieuwsgierig en open overleg dan wel constructieve samenwerking met Paul Marik. En het wetenschappelijk onderzoek tot nu toe (waarvan 2 RCT’s duidelijk positief uitvielen in het voordeel van vitamine C resp. de HAT therapie) biedt daar ook goede onderbouwing voor. Sterker nog: wanneer je de overige onderzoeken nader bekijkt blijken vitamine C en de HAT therapie wel degelijk een belangrijk verschil te maken maar is de ‘primary outcome’ soms zo algemeen gesteld dat het onderzoek een vertekend beeld geeft, terwijl bij subgroep-analyse er zeker positieve bevindingen zijn. Helaas komen die dan niet terug in de algemene conclusie.

Nog mooier om te zien is hoe Paul Marik, samen met vele gerenommeerde collega’s uit de acute zorg (verenigd in de FLCCC) m.b.t. de behandeling bij COVID-19 (zie de MATH+therapie) praktijk én wetenschappelijke onderbouwing toegankelijk, transparant en direct toepasbaar beschikbaar stelt. En dát voor ieder ziekenhuis in de wereld. En niet omdat hij er patent op heeft…..
Bovendien heeft Paul Marik, voortbouwend op en gebruik makend van eerdere wetenschappelijke publicaties, laten zien een groot inzicht en een nóg groter vooruitziende blik te hebben waar het gaat om de juiste aanpak van sepsis, zie ook de onderstaande afbeelding uit een publicatie in Critical Care Medicine (2018) over het paradigma dat aan het verschuiven is wat betreft de benadering van dit ziektebeeld. Inmiddels wint ook de vroege toediening van vasopressoren aan steun onder zijn vakgenoten, zo bleek ook op het International Sepsis Symposium op 27-11-2020. En ook met COVID-19 heeft hij de juiste inzichten gehad, daarin ondersteund door zijn grote klinische ervaring en eerdere publicaties. Zo heeft hij vanaf het begin van de Corona-pandemie, op grond van de eerste ervaringen met de behandeling van patiënten benadrukt “COVID-19 is a steroid responsive disease” en dat is inmiddels ook bewaarheid in grote onderzoeken.


Critical Care Medicine, The Changing Paradigm of Sepsis: Early Diagnosis, Early Antibiotics, Early Pressors, and Early Adjuvant Treatment* Marik, Paul E. MD, FCCM; Farkas, Joshua D. MDAuthor Information Critical Care Medicine: October 2018 – Volume 46 – Issue 10 – p 1690-1692

Zijn bijdrage aan het zichtbaar maken van een groeiende kloof die om overbrugging vraagt
Bij het ten koste van alles nastreven van de ‘gouden standaard’ in wetenschapsland sneeuwt het patiëntenperspectief soms helemaal onder. Er groeit als het ware in sommige gevallen zoals bij vitamine C, een kloof tussen wetenschapsperspectief en patiëntenperspectief. Naarmate het verkrijgen van het optimale bewijs tot enige standaard wordt verheven, kan het directe patiëntenbelang soms in de knel komen waarbij versnelde toepassing van een kansrijk middel, ondanks de veiligheid ervan geen kans krijgt. Wordt patiëntenorganisaties gevraagd om mee te praten over afwegingen bij het ‘al wel’ of ‘nog niet’ inzetten van therapieën? Wordt gevraagd wat voor hen daarin belangrijk is? Toch is dat wel van belang omdat bij ‘beperkt bewijs’ en temidden van bijzondere omstandigheden waaronder de fataliteit van een ziekte en de grote impact ervan op de levens van mensen, er ethische afwegingen meegewogen dienen te worden. En in zo’n situatie kan ‘beperkt bewijs’ ook als ‘voldoende’ beschouwd worden. Juist de ‘eerst-belanghebbenden’ mogen daar iets in te zeggen hebben. Dit hoeft verdergaand onderzoek geenszins uit te sluiten. Paul Marik laat ons zien dat het nodig is deze kloof te gaan overbruggen. En dat begint met gesprek.

4-12-2020

Zie ook:
Meer positief nieuws rond vitamine C en D
Verder mooi nieuws over vitamine C en D in de strijd tegen COVID-19 en sepsis
Positief nieuws rond vitamine C en D in de strijd tegen COVID-19
Gezamenlijke lobby Hersenletsel.nl en Sepsis en daarna
FLCCC deelt update, minister VWS kreeg tweede brief
Waarom we niet langer moeten wachten met vitamine C
Behandelprotocol MATH+ bij COVID-19 succesvol
Nieuwe ontwikkelingen rond vitamine C therapie bij COVID-19
Nieuwe ontwikkelingen rond vitamine C bij behandeling van COVID-19
Vitamine C verdient een plek in de behandeling van sepsis
december 4, 2020
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, COVID-19, HAT therapie, MATH+ therapie, onderzoek, sepsis, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Meer positief nieuws rond vitamine C en D

Zwitsers voedingscentrum heeft bijzondere aanbeveling gedaan
In het licht van de actuele situatie rond COVID-19 werd de betekenis van gezondheidsbevorderende voedingsgewoonten in samenwerking met gerenommeerde wetenschappers geëvalueerd. Dat leverde een concreet advies op:
Vitamine C: aanvulling met 200 mg/dag is aanbevolen
Vitamine D: 2000 IU (50 μg) per persoon per dag; dit is hoger dan de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (DRI = 800 IU) omdat deze dosis heeft laten zien het risico op luchtweginfecties te verkleinen (Martineau 2019). De dosis is ruim binnen de veilige marge aangezien de bovengrens (‘Upper Limit’) voor vitamine D 4000 IU/dag per persoon is
DHA and EPA: aanbevolen is 500 mg DHA en EPA per persoon per dag om ontstekingsrisico’s te verminderen
Selenium: 50 -100 μg per persoon per dag omdat de Zwitserse bevolking een laag selenium-niveau heeft, evenals andere Europese bevolkingsgroepen.
Zink: 10 mg per persoon per dag omdat de Zwitserse bevolking op een laag zink-gehalte zit.

Een heel belangrijk signaal dat een nationaal voedingscentrum van een Europees land deze aanbevelingen op schrift heeft gesteld, om daarmee de weerstand van de bevolking tegen o.a. het Corona-virus aanmerkelijk te verbeteren. Dat het een voorbeeld mag zijn voor andere landen in Europa, waaronder Nederland.

Onderzoeken naar de HAT therapie nog eens tegen het licht gehouden
De afgelopen jaren, verspreid over 2018 t/m 2020 zijn er meerdere trials geweest die de HAT therapie hebben onderzocht. Van de 8 RCT’s (Randomized Controlled Trials) die zijn uitgevoerd, waren er 2 positief, dus in het duidelijke voordeel van resp. therapie met een hoge dosering vitamine C of de HAT therapie. Daar viel o.a. de CITRIS-ALI trial onder (die gelijk al grote verschillen in sterfte liet zien tussen de behandelde en de controle-groep en na correctie achteraf bovendien ook betere scores qua orgaan-falen liet zien). Maar daar viel ook de ORANGES-trial onder, die liet zien dat sepsis-patiënten die behandeld werden met de HAT therapie 2 x zo snel uit hun shock-toestand kwamen.
Hoe zat het dan met die andere 6 therapieën? Lieten die dan negatieve resultaten zien? Zeker niet! De algemene conclusie luidde dat de behandeling geen voordelen liet zien. Alleen de slotconclusie is altijd heel algemeen en gebaseerd op de als ‘eerst beoogde uitkomst’ maar daarover is meer te zeggen….Bijv. in de VICTOR-trial, daarbij was de ‘primary outcome’ de algemene sterfte, los van de oorzaak van het overlijden. Die liet geen verschil zien. Maar de ‘secondary outcome’ liet wél verschil zien; de tijd (lees: het aantal uren) waarbinnen de patient (in septische shock) weer uit shock kwam (m.a.w. geen bloeddrukverhogende medicatie meer nodig had) was in de behandelde groep veel (= dit heet in wetenschappelijke termen ‘significant’) korter. Ook bleek bij analyse dat in een bepaalde groep patiënten (met een orgaanfalen-score van 2-7) het percentage dat overleefde 75% was t.o.v. 50% (met dezelfde score) in de contrôle-groep, zie de opmerkelijke tabel (figuur 3) in het gepubliceerde artikel over de resultaten. Iets dergelijks zien we bij de HYVCTTSSS-trial van Chang et al. waarbij eveneens de HAT therapie werd onderzocht. Ook hier werd geen verschil geconstateerd wat betreft de ‘primary outcome’, dit was wederom de ‘sterfte ongeacht de oorzaak’ maar viel bij nadere analyse wel de conclusie te trekken dat in de behandelde groep de orgaanfalen-score na 72 uur significant minder was t.o.v. de contrôle-groep en dat de sterfte in de groep patiënten waarbij de diagnose ‘sepsis’ binnen 48 uur was gesteld, significant lager was dan in de contrôle-groep.

Voor een duidelijke dia-serie van Paul Marik waarin de (werking van de) HAT therapie duidelijk wordt uitgelegd, zie deze presentatie zoals gepubliceerd op de website van Critical Care Canada.

Paul Marik, de bedenker van deze therapie heeft vanaf het begin gezegd hoe essentieel vroege toediening is. Laten we hopen dat dit steeds meer bevestigd wordt in grote onderzoeken. In de VICTAS-trial die in de VS liep van aug. 2018 tot aug. 2019 zal het tijdstip van toediening ook nadrukkelijk meegenomen worden in relatie tot de uitkomsten. Hier hebben een aantal artsen nog speciaal op aangedrongen, zie hier hun brief en het antwoord waarin aangegeven wordt door de onderzoekers dat hier speciaal aandacht voor zal zijn bij de analyse van de gegevens.
december 3, 2020
sepsisen1
Behandeling, Diagnose, Gevolgen, HAT therapie, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Verder mooi nieuws rond vitamine C en D in de strijd tegen COVID-19 en sepsis

Spaanse studie laat effect van vitamine D zien
Recent werden de resultaten gepubliceerd van een Randomized Controlled Trial (een zogenoemde RCT, d.w.z. dat de ene groep patiënten werd behandeld met vitamine D en de controlegroep niet). Voor een link naar het artikel, zie hier. De ene groep patiënten kreeg calcifediol toegediend, dat is de vorm van vitamine D zoals je die in het bloed aantreft. De vorm van vitamine D (zoals die in voedingssupplementen zit) zou er nl. 7 dagen over doen om omgezet te worden in calcifediol en het ging hier om zieke COVID-19 patiënten. De resultaten waren opmerkelijk: “Of 50 patients treated with calcifediol, one required admission to the ICU (2%), while of 26 untreated patients, 13 required admission (50%)”. Nederlandse vertaling: van de 50 patiënten die met calcifediol werden behandeld, behoefde 1 patiënt behandeling op de Intensive Care, terwijl van de 26 patiënten die daar niet mee behandeld werden, 13 patiënten naar de Intensive Care gingen. Een beperking van deze studie is dat het om een kleine groep gaat maar de uitkomsten laten wel een significant verschil zien.

Overzicht van bewijs voor de werking van vitamine C tot nu toe, een pre-print artikel van Patrick Halford, Anitra Carr, Paul Marik en anderen
Lees hier het artikel.
Ook in oktober gepubliceerd is het artikel van Anitra Carr, gerenommeerd onderzoeker die al veel over vitamine C heeft gepubliceerd, lees verder.

Al deze publicaties en resultaten laten ook zien hoe waardevol vitamine C en D zijn bij het voorkomen van (verergering van) sepsis, een belangrijke complicatie van COVID-19.

 

Tijd voor nieuwe afwegingen: doorbraak in media-aandacht
Het is belangrijk dat we temidden van deze impact door het Corona-virus onderzoeksresultaten rond veilige middelen als vitamine D en C anders gaan wegen: het perfectioneren van het bewijs kan in verdergaand onderzoek plaatsvinden terwijl we van het in ruime mate bestaande bewijs vast gebruik maken. Dat is wat deze middelen betreft een ethisch zeer te rechtvaardigen insteek.

Hoogleraar immunologie aan de Wageningen Universiteit zei het bijzonder treffend in een interview met het AD (bron: artikel in AD op 28 oktober 2020)

“Volgens Savelkoul en collega-wetenschappers zijn er nu zoveel aanwijzingen dat vitamine D een gunstige rol kan spelen, dat het zonde is om eerst nog meer wetenschappelijk studies af te wachten. ,,Normaal werkt het in de geneeskunde zo dat je een stuk of twintig studies hebt, daar een meta-analyse van maakt en als het dan nog stand houdt, dan gelooft men het.’’ Dat is volgens de hoogleraar ‘dé manier om de hoogste bewijskrijgt te geven, maar dat kost ook verrekte veel tijd’. ,,Dat onderzoek duurt misschien nog wel twee jaar en in de tussentijd gaan er wereldwijd ontzettend veel mensen dood.’’

 

Overige aandacht in de media

Bij de NOS op 28/10/2020: ‘Mogelijk effect van vitamine D op Corona-virus, verkoop stijgt

Bij Op 1 op 30/10/2020: ‘Immunoloog: aanwijzingen dat vitamine D de kans op Corona vermindert‘ 

 

Brief aan minister op 27 oktober 2020 verstuurd

Om aandacht te vestigen op het patiëntenperspectief (vanuit de vraag: welke behandeling verdient een kans om de patiënt zo goed mogelijk te ondersteunen?) werd op 27 oktober een 3e brief aan minister van VWS Hugo de Jonge en de directeur Publieke Gezondheid gestuurd. Lees hier de brief.