Nieuws rond vitamine C en D

ESPEN guideline gepubliceerd (februari 2022)

Een groep van internationale experts heeft een richtlijn samengesteld waarin hoeveelheden worden aanbevolen zowel voor dagelijkse normale ‘intake’ als bij ziekte en bij kritieke ziekte. Bij vitamine C staat o.a. vermeld, zie bij blz. 43 van de ESPEN guideline, dat mensen met een chronische aandoening waaronder hartfalen, diabetes en COPD een dagelijkse dosering van 500 mg vitamine C zouden moeten krijgen. Daarnaast wordt aanbevolen om kritiek zieke patiënten 2 á 3 gram vitamine C intraveneus per dag toe te dienen. Dit is een aanmerkelijke verandering waarbij laatst genoemd advies op basis van een 1+ niveau van bewijs wordt onderbouwd.  

 

Vitamine C

 

Vitamin C May Improve Left Ventricular Ejection Fraction: A Meta-Analysis (februari 2022)

Hemilä et al. (waaronder ook Angelique de Man uit het UMC Amsterdam) publiceerden in Frontiers in Cardiovascular Medicine de resultaten van hun meta-analyse, zie hier. Hun conclusie luidde: ‘In this meta-analysis, vitamin C increased LVEF in both cardiac and non-cardiac patients, with a strong negative association between the size of the vitamin C effect and the baseline LVEF’. Dit lijkt er op te duiden dat de pompkracht van de linker hartkamer verbetert door vitamine C-toediening.

 

Vitamin C for ≥ 5 days is associated with decreased hospital mortality in sepsis subgroups: a nationwide cohort study

In een onderzoek van Jung et al. dat, in deze omvang en gepubliceerd in dit vaktijdschrift, voor het eerst research deed naar een langer dan 4 dagen durende vitamine C-toediening, stelde men vast dat: ‘Intravenous vitamin C of ≥ 5 days was significantly associated with decreased hospital and 90-day mortality in sepsis patients. Vitamin C combined with corticosteroids and/or thiamine in specific sepsis subgroups warrants further study.’ Vitamine C toediening in de bloedbaan, gedurende meer dan 5 dagen, was significant geassocieerd met een verlaging van de ziekenhuis-mortaliteit en de mortaliteit na 90 dagen. Het onderzoek werd gepubliceerd in Critical Care, op 5 januari 2022.

 

Intravenous vitamin C administration to patients with septic shock: a pilot randomised controlled trial (januari 2022)

Rosengrave et al. publiceerden de resultaten van onderzoek waarbij patiënten met septische shock 25 mg vitamine C/kg/6 uur kregen toegediend. De conclusie luidde: ‘vitamin C did not provide significant decreases in the mean dose or duration of vasopressor infusion. Further research that takes into account the potential impact of intervention timing, dose and duration, and location of trial, may provide more definitive evidence’. Belangrijk is te vermelden dat de dosering opvallend laag is. De dosering is slechts de helft van de dosering in de CITRIS-ALI trial, die een groot verschil in mortaliteit liet zien en waarbij de her-analyse, na kritische brieven over ‘survivors-bias’, ook een significante daling liet zien van de SOFA-score (dit is de score voor de mate van orgaan-falen). Verder bleek in het onderzoek van Rosengrave et al. dat de gemiddelde duur van de IC-opname in de vitamine C-groep 3,8 was tegenover 7,1 dagen in de placebo-groep. Ook bedroeg de totale duur van de ziekenhuisopname 18 tegenover 22 dagen.

 

Bias against Vitamin C in Mainstream Medicine: Examples from Trials of Vitamin C for Infections (januari 2022)

Hemilä et al. publiceerden in januari 2022 een uitgebreid artikel waarin zij beschrijven hoe in bepaalde publicaties de onderzoeksresultaten rond vitamine C (reeds in de zeventiger jaren) verkeerd zijn voorgesteld met desastreuze gevolgen voor de houding t.o.v. dit micronutriënt. Maar ook in de huidige tijd is er sprake van een soms misleidende presentatie van resultaten. Hieronder valt ook de CITRIS-ALI trial. De hoofdonderzoeker, Fowler, heeft later zelf een her-analyse uitgevoerd omdat er sprake bleek te zijn van ‘survivors-bias’; na het opnieuw doorrekenen bleken de SOFA-scores wel degelijk significant gedaald te zijn in de vitamine C-groep. Het artikel stelt dat: ‘in mainstream medicine, the views on vitamin C and infections have been determined by eminence-based medicine rather than evidence-based medicine’.

 

High-dose intravenous vitamin C, a promising multi-targeting agent in the treatment of cancer

In de oncologie-wereld is de waarde van vitamine C ook al langer bekend. Dit artikel biedt een zeer gedegen review van de resultaten die zowel uit pre-klinische als klinische studies naar voren kwamen en gaat uitgebreid in op de vele moleculaire werkingsmechanismen. Het werd gepubliceerd in het Journal of Experimental en Clinical Cancer Research, eind oktober 2021, door Böttger et al. Zeer lezenswaardig. Een deel uit de conclusie luidt: ‘To conclude, a large body of evidence is accumulating suggesting that VitC, when administered intravenously and in high doses, has potent cancer-selective cytotoxic, cancer-therapy sensitizing and toxicity-reducing properties. High-dose VitC therefore has the potential to expand the therapeutic range of radio-, chemo- and targeted therapies as well as their efficacy. […] Considering how the implementation of high-dose VitC may be a breakthrough in the treatment of cancer patients with poor prognosis and few available treatment options, it is fair to conclude that further clinical examination of this promising and non-toxic cancer treatment modality is not only warranted, but is in fact highly needed.’ Vrij vertaald: Een grote hoeveelheid bewijs stapelt zich op die erop wijst dat vitamine C, intraveneus in hoge doseringen toegediend, de potentie heeft om specifiek kankercellen te bestrijden, de gevoeligheid voor kankertherapieën te verbeteren en de giftige bijwerkingen te verminderen. De auteurs concluderen verder dat deze behandeling niet alleen gerechtvaardigd is (bij patiënten met een slechte prognose en weinig alternatieve behandelopties) maar dat er ook grote behoefte aan is.

 

Effect of Vitamin C on mortality of critically ill patients with severe pneumonia in intensive care unit: a preliminary study(29 juni 2021)

Mahmoodpoor et al. deden onderzoek naar het effect van vitamine C op de mortaliteit bij kritiek ziekte patiënten met ernstige longontsteking. De resultaten werden gepubliceerd in BMC Infectious Diseases. Daarin  werd geconcludeerd: ‘Our results showed that the intravenous administration of a relatively high dose of vitamin C to critically ill patients with severe pneumonia is safe and can decrease inflammation, mechanical ventilation duration, and vasopressor use without any significant effect on mortality.’ Zie het artikel. Inflammatie, en duur van de beademing en de toepassing van vasopressoren werd door vitamine C toediening verminderd, het liet geen verschil in de mortaliteit zien. Zelf geven de auteurs bij de ‘Discussie’ aan dat (zoals in meerdere onderzoeken geconcludeerd werd) de timing van toediening wel eens het verschil zou kunnen maken. Daarover merken zij op: ‘The other point is the time to start vitamin C therapy. The earlier the treatment is started, the better are the results. Delayed starting in patients evolves into a phase of irreversible multi-system organ failure and at this time treatment may be futile.’

 

Vitamin C Can Shorten the Length of Stay in the ICU: A Meta-Analysis (april 2019)

Hemilä et al. voerden een grondige meta-analyse uit die werd gepubliceerd in Nutrients in 2019. Uit dit onderzoek kwam de volgende conclusie naar voren: ‘We found statistically highly significant evidence that vitamin C can shorten the length of ICU stay.’ Lees het artikel hier.

 

Vitamine D

 

Efficacy and Safety of Vitamin D Supplementation to Prevent COVID-19 in Frontline Healthcare Workers. A Randomized Clinical Trial

Villasis-Keever et al. publiceerden op 18 april de resultaten van een Randomized Controlled Trial waarin naar voren kwam dat vitamine D-suppletie bij mensen die in hoge mate blootgesteld worden aan het virus, een infectie met SARS CoV-2 kan voorkomen, zonder bijwerkingen en onafhankelijk van vitamine D-tekort. Dit voegt weer veel toe aan de waardevolle rol en eigenschappen van vitamine D in de bestrijding van de impact van dit virus. Lees het artikel hier. (Archives in Medical Research, Science Direct).

 

Vitamin D deficiency is associated with higher risks for SARS-CoV-2 infection and COVID-19 severity: a retrospective case-control study (januari 2022)

In deze studie in Israël, uitgevoerd door Ariel Israel et al. en gepubliceerd in Internal Emergency Medicine in januari 2022, werd retrospectief onderzoek gedaan onder duizenden patiënten waarbij bleek dat een lage vitamine D spiegel een significante associatie vertoonde met het risico op een SARS-CoV-2 infectie en een ernstig verloop daarvan. Lees het artikel hier.

 

Zie ook de initiatiefgroep waarin patiënten- en burgergezondheidsorganisaties samen optrekken

Vorig jaar werd een bijzondere initiatiefgroep gestart die het onderzoek naar en de toepassing van micronutriënten bij acuut zieke patiënten meer onder de aandacht wil brengen. Zie alle info.
Zie ook de eerdere blog met informatie over vitamine C en D.

april 19, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, bias, CITRIS-ALI trial, ESPEN guideline, onderzoek, vitamine C
1 Reactie

Terugblik 8th Netherlands International Sepsis Symposium, deel 3

Inleiding
Het 8e Internationale Sepsis Symposium op Nederlandse bodem werd dit jaar op 17 februari gehouden bij het Nederlands Simulatie-centrum voor de zorg in Ede, online georganiseerd door Interactie-opleidingen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de presentatie van dr. Hjalmar Bouma uit het UMCG

Dr. Hjalmar Bouma over: ‘Mitochondriële dysfunctie bij sepsis’

Dr. Hjalmar Bouma is internist acute geneeskunde, farmacoloog en immunoloog en werkzaam in het UMC Groningen. Het onderwerp van zijn presentatie is relevant omdat sepsis in verband wordt gebracht met mitochondriële dysfunctie, d.w.z. dat de mitochondriën, de energiecentrales in de lichaamscellen, niet doen wat ze zouden moeten doen; ze komen bij sepsis te staan op een waakvlammetje als het ware. Bij dierproeven is aangetoond dat hier wél een gerichte behandeling voor is te geven.

 

Belangrijk is om vast te stellen of hierbij ook sprake is van schade aan het DNA; zijn er misschien ‘breuken’ in het DNA of is er op een andere manier iets kapot aan het DNA? Het blijkt inderdaad dat er schade is aan het DNA. Mitochondriën maken bij sepsis meer vrije zuurstofradicalen aan en dat geeft schade aan het DNA.

 

*DNA is een groot molecuul waarin de erfelijke informatie van een mens verpakt zit. Het komt voor in iedere cel van ieder mens en bepaalt grotendeels wat er gebeurt in je lijf.

*Zuurstofradicalen zijn moleculen die een elektron (= een deeltje van een atoom) missen en daardoor instabiel zijn. Dat betekent dat ze heel snel reageren met andere stoffen.

 

Door het onderzoek bij knaagdieren die een winterslaap houden, is men erachter gekomen dat H2S de mitochondriële functie een ‘booster’ kan geven. Dit is geconcludeerd nadat ingespoten endotoxines bij dieren (nagebootste gifstoffen zoals die bij sepsis vrijkomen in het lichaam) zorgden voor het slechter werken van de mitochondriën waarbij H2S die werking weer kon verbeteren.

In de winterslaap bleek bij deze knaagdieren de stofwisseling op een heel laag pitje te gaan. Ook de zuurstofconsumptie nam enorm af. De hartslag ging van 400/min. naar 4/min. en het bloed stolde niet. Aan de andere kant bleek het knaagdier binnen 1,5 uur weer opgewarmd als het uit de winterslaap kwam. Men stelde zich de vraag: hoe kan het nu dat cellen in winterslaap toch kunnen overleven? Dit bleek dus te maken te hebben met H2S dat in het lichaam van het knaagdier aanwezig is (en dat heeft weer te maken met de stoffen dopamine en serotonine). H2S kun je echter niet van buitenaf toedienen. Om hetzelfde effect te bereiken werd in onderzoek van buitenaf vitamine E + serotonine + dopamine toegediend. Daardoor gaan de cellen niet dood bij lage temperatuur; ze worden beschermd tegen de kou en de mitochondriën blijven goed werken.

 

Maar er is meer over te zeggen

Het blijkt steeds meer dat, ook voor de behandeling van sepsis, ‘personalized medicine’ nodig is, d.w.z.: behandeling op maat voor de individuele patiënt. In het UMCG wordt bij het onderzoek ‘Acute Lines’ van 3000 patiënten per jaar, met toestemming, labwaarden en materiaal van onderzoek bewaard. Om inzicht te krijgen welke patiënten met welke bloedwaarden meer risico lopen een sepsis te ontwikkelen, is dit onderzoek heel waardevol. Zodoende kun je van een patiënt als het ware een soort ‘vinger-afdruk’ maken en in de toekomst veel gerichter in een vroeg stadium orgaanfalen gaan behandelen. Maar daarvoor is het nodig te weten hoe je mitochondriële dysfunctie (= het ‘op een laag pitje gaan’ van de mitochondriën) precies kunt voorkomen. Misschien kan dit door antioxidanten toe te dienen. In een vroeg stadium? Dit alles geeft belangrijke aanknopingspunten voor het verder onderzoek naar het positief beïnvloeden van het functioneren van de mitochondriën bij sepsis, om daarmee orgaanfalen te voorkomen.

 

maart 10, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Preventie, energiebalans, energiecentrales, mitochondriën, onderzoek, vermoeidheid
Laat een reactie achter

Long Covid en Ivermectin uit de schaduw

Belangwekkende artikelen over Long Covid
Er wordt steeds meer aandacht geschonken, en daarmee ook recht gedaan, aan de mechanismen die bij Long Covid de rest-klachten veroorzaken. Zie het artikel ‘Long Covid or Post Acute Sequelae of COVID-19 (PASC): An Overview of Biological Factors That May Contribute to Persistent Symptoms‘ Ook in de New York Times stond een zeer lezenswaardig artikel: ‘How Long Covid Exhausts the Body

 

Ivermectin verdient objectieve aandacht
Als we de doorgeslagen negatieve berichtgeving rond Ivermectin in de media bekijken valt op hoe elke nuance daarin ontbreekt. Als er vragen zijn rond de kwaliteit van het bewijs, zelfs dán is op grond van de vele positieve ervaringen van een indrukwekkende rij artsen, een objectieve voorstelling van zaken gewenst. Om te beginnen:

1)Ivermectin is een gerenommeerd medicijn, waarvoor de ontwikkelaars, Campbel en Omura, in 2015 de NOBEL-prijs uitgereikt kregen. Geen reden dus om Ivermectin weg te zetten als ‘paarden-ontwormingsmiddel’. Toch wordt het medicijn consequent belachelijk gemaakt. Als tegenwicht: zie onderstaand filmpje waarin de geschiedenis en toepassing van Ivermectin mooi zichtbaar wordt.

2)De lijst met artsen en ziekenhuizen in de wereld die Ivermectin inzetten wordt groter en groter. Daaraan voorbij gaan is de ogen sluiten voor de realiteit, sterker nog: dat is de ervaring van artsen in een groot deel van de wereld in twijfel trekken, dat is Real World Evidence negeren.

 

3)Op Ivermectin rust geen patent meer. Financiering van grote Randomized Controlled Clinical Trials is daardoor moeilijk, omdat het voor de fabrikant niet interessant is om erin te investeren. Kleinschaliger onderzoek dat veelal een positief resultaat laten zien, voldoet niet aan de strenge eisen van de Cochrane data-base maar wordt linea recta dan maar neergezet als ‘onbetrouwbaar’. De stapeling van deze onderzoeken en de mate waarin ze effect van Ivermectin zichtbaar maken, laten zelfs bij de grootste correcties voor eventuele invloed van bias nog een significant voordeel zien. Ook na correctie voor het excluderen van de studie van Elgazzar, blijven de resultaten robuust: zie het bericht van Bryant et al, die eerder, een belangrijke meta-analyse van Ivermectin publiceerden: ‘To the Editor’ in het American Journal of Therapeutics (okt. 2021). De meta-analyse van Bryant sluit aan bij onderzoek wat wél in de Cochrane-database werd opgenomen en reeds een positieve associatie meldde:
– van Rajter et al. onder 280 patiënten, in het gerenommeerde vakblad Chest (okt. 2020)
– van Chaccour et al. in The Lancet (febr. 2021)
– van Pott-Junior et al.in Science Direct in 2021, allen opgenomen in de Cochrane database.

 

Verder nog het volgende: (incl. een update n.a.v. een artikel uit oktober 2023)

Een artikel in het vaktijdschrift The American Journal of Gastroenterology getiteld: ‘Treatment with Ivermectin Increases the Population of Bifidobacterium in the Gut‘, 

in oktober 2023, laat zien dat Ivermectin positief effect heeft op het darm-microbioom. De auteurs concluderen:

“By monitoring the effect of ivermectin on the gut microbiome, our study offers a new perspective on ivermectin’s mechanisms of action. Given that some viral infections are associated with decreased Bifidobacterium levels, increasing the intestinal population of Bifidobacterium may be a mechanism through which ivermectin exerts its antiviral properties. Nevertheless, more studies are required to provide a detailed insight into the mechanism of action of ivermectin and help establish it as an effective intervention against virus infections. Equally important is understanding ivermectin’s long-term effects on Bifidobacterium abundance, which may provide insights into its long-term safety and ideal methods of administration.” 

 

Een retrospectief onderzoek van Efimenko et al., in maart 2022 in Science Direct gepubliceerd, uitgevoerd in de VS tussen 1 januari 2020 en 11 juli 2021, liet significante resultaten zien voor Ivermectin t.o.v. Remdesivir. Zie ‘Treatment with Ivermectin is Associated with Decreased Mortality in COVID-19 patients: Analysis of a National Federated Database.’

Bij dit onderzoek werden de gegevens van ruim 41.000 patiënten met COVID-19 geanalyseerd, a.d.h.v. een database van een netwerk van 44 verschillende gezondheidsorganisaties. 

In januari 2022 gepubliceerd peer-reviewed Ivermectine-onderzoek in Brazilië werd geassocieerd met significant verminderde COVID-19-infectie, ziekenhuisopname en sterftecijfers. Bijna 160.000 burgers in Itajaí (Brazilië) werden geïncludeerd. Deze prospectieve, observationele studie van het stadsbrede COVID-19-preventieprogramma met ivermectine werd uitgevoerd tussen juli 2020 en december 2020 in Itajaí, Brazilië.
Daarnaast werden ook in het Journal of Infection and Chemotherapy op 30 december 2021 belangwekkende nieuwe onderzoeksresultaten gepubliceerd.
Zie ook dit artikel, gepubliceerd in ‘Frontiers in Public Health’ in sept. 2021 waarin o.a. Tocilizumab goed naar voren springt bij ‘severe illness’ maar ook Ivermectin bij subgroep-analyse significante resultaten laat zien in het terugdringen van de mortaliteit (en de viral clearance) bij ‘mild and moderate disease’. Zie de paragraaf ‘Mortaliteit’ en zie hieronder de figuur betreffende ‘viral clearance’. Bij het onderzoek werd ook gebruik gemaakt van de Cochrane risk of bias tool (RoB 2.0) (15) om de ‘risk of bias in RCTs’ te inventariseren. Toelichting: Bayesiaanse gevolgtrekking is een methode voor statistische gevolgtrekking waarbij de stelling van Bayes wordt gebruikt om de waarschijnlijkheid van een hypothese bij te werken naarmate er meer bewijs of informatie beschikbaar komt.

 

4)Zelfs bij twijfel over de kwaliteit van recentere onderzoeksresultaten zou de enorme hoeveelheid opgebouwde clinical practice in het buitenland op z’n minst de inzet voor een grootschalig onderzoek moeten opleveren, met een design en uitvoering waarbij patiënt-vertegenwoordigers van begin tot einde betrokken zijn.

 

5)De rationale van Ivermectin is sterk, en het is aangetoond veilig. Zie ook de uitleg in deze video over de ‘pharmacodynamics’ van het Pfizer-medicijn en van Ivermectin.

 

6)Er worden, ook onder artsen en wetenschappers, in toenemende mate kanttekeningen geplaatst bij de vorm van de Randomized Controlled Clinical Trial. Is die altijd geschikt voor het doel? Is de RCT zaligmakend of moeten we ons perspectief verbreden? Zie ook Deaton and Cartwright in hun artikel ‘Understanding and misunderstanding randomized controlled trials’. Ook Berend van der Kolk zei in een interview met het dagblad Trouw (18 dec. 2021) nog in zijn ‘Zeven tips voor een gezonde meethouding’: ‘Houd rekening met de context. Wat meten kan verbeteren (of kapot maken) hangt af van het soort organisatie, de processen en de manier van leidinggeven’ […] Verlies het doel niet uit het oog […] Zie cijfers als een startpunt, niet als een eindpunt. Metingen werken het beste als ze het begin zijn van een gesprek over wat ertoe doet en wat er beter kan’. Veelzeggend was de tekst in een Editorial in februari 2021, in JAMA (!):
“So, how can intensivists, other clinicians, and researchers make evidence matter in sepsis? To begin, an inflexible approach that holds fast to one piece of evidence vs another is not productive. Rather, the “cumulative science” approach proposed by Deaton and Cartwright should be considered, which reconciles average treatment effects from randomized trials with existing information, including from observational studies and theory.”, zie ‘Making evidence matter

 

7)Nieuwe toepassingen voor medicatie worden regelmatig ontdekt, dat is niet nieuw. Echter, de term ‘off-label’ wordt bij Ivermectin in Nederland als een soort diskwalificatie gebruikt terwijl het feit dat het werkzaam is bij COVID-19 en bij Long Covid feitelijk een prachtige ontdekking is.

 

Hoe verder? Een oproep en een instrument

Het nóg langer wachten op grote Randomized Controlled Trials rond Ivermectin terwijl we om ons heen medicatie in een bliksemtempo, na 1 groot onderzoek, toegelaten zien worden op de markt met veel meer risico’s, is niet goed uit te leggen. Uitzonderlijk t.o.v. andere middelen is de Real World Evidence die op grote schaal de werkzaamheid van Ivermectin laat zien, in allerlei landen. Het antwoord op de vraag ‘wat is het beste voor de patiënt?’ zou geen strijd op moeten leveren maar wetenschappers en patiënten-vertegenwoordigers juist met elkaar om de tafel moeten brengen. De rationale van Ivermectin is sterk, het is veilig en de overvloed aan patiëntenervaringen van dichtbij tot ver weg roept om een heroverweging van de vraag: Willen we zo snel mogelijk ruimte geven aan een veilig en in de praktijk al veelvuldig beproefd medicijn om patiënten zoveel mogelijk kans te geven op een goed herstel? En zo ja, hoe kunnen we dat op een zo zorgvuldig mogelijke manier doen? Belangrijk is dat we veel meer samen de mogelijkheden opzoeken om voortgaand onderzoek (belangrijk!) en vervroegde toepassing te combineren en hypotheses te testen. Daarnaast betekent dit ook het inslaan van een vernieuwende weg waarin een objectieve matrix van afwegingen (waarin mede de ethiek wordt betrokken) als instrument zou kunnen dienen om in geval van nieuwe dan wel ‘off-label-medicatie’ te bekijken of en hoe die eerder ter beschikking kunnen komen. Die matrix maakt het voor ons allen transparant op basis waarvan we samen, als wetenschap en patiënten-organisaties, besluiten een medicijn of supplement vast toe te passen en uit te testen. Dit gebeurt nu alleen selectief voor bepaalde middelen die onder ‘emergency use’ worden toegelaten op de markt waarbij verder onderzoek net zo goed als bij andere middelen belangrijk is. Zorgvuldigheid hoeft niet uitgeruild te worden tegen snelheid; zeker met de mogelijkheden van big data en goede monitoring moeten we hier in goed overleg tot nieuwe oplossingen kunnen komen die voorkomen dat de (long) covid-patiënt jaren moet wachten op de toepassing.’Waiting for the perfect, will be an enemy of the good’.

 

Klein onderzoek naar de werking van Ivermectin bij Long Covid
Recent werden de resultaten gepubliceerd van een klein onderzoek, door Haroldo et al, dat werd uitgevoerd in Argentinië. Het werd gepubliceerd in het Journal of Biomedical Research and Clinical Investigation. Lees hier het artikel.
De symptomen die bij de patiënten voorkwamen staan allemaal genoemd, zie de 7e pagina met alle tabellen, van hoofdpijn, tot kortademigheid, tot gewrichtspijn, ‘brainfog’, vermoeidheid, verlies van reuk. 799 patiënten waren na de kuur klachtenvrij. 57 patiënten nog niet, laatstgenoemden hadden allemaal op de IC gelegen. 4 van hen bleven last houden van vermoeidheid, 6 van reukverlies., 8 van verminderd geheugen en 39 van stress-stoornissen. Vele andere reacties en ook een ervaringsverhaal op deze website onderstrepen de werking van Ivermectin, Zie deze pagina waar Mitzy vertelt hoe ze na maanden van ‘een schim te zijn van zichzelf’ binnen een paar dagen enorm opknapte terwijl ze er aanvankelijk weinig van verwachtte.

 

Video van John Campbell over Ivermectin
Bijna niemand kan met grotere integriteit en objectievere berichtgeving zonder anderen ‘neer te halen’ updates geven over Ivermectin dan John Campbell. Bekijk de video, waarin hij het volgende bericht:’Oklahoma Physicians Are Not Prohibited From Prescribing Off-Label Medicines to Fight COVID-19′.

 

Een nieuw initiatief
Tot slot is er een nieuw initiatief van de grond gekomen: Het Nederlands Tele-artsen Genootschap. Patiënten kunnen hier terecht voor het maken van een online consult-afspraak. Op hun website staat te lezen: “consulten op afstand door artsen die zich hebben gespecialiseerd op een aantal acute en chronische ziektebeelden welke door de reguliere (eerstelijns)zorg niet of onvoldoende worden herkend/erkend en waar vanuit de NHG protocollen nauwelijks/geen effectieve behandeling voorhanden is.” Voor patiënten die soms tegen muren oplopen en die worstelen met klachten die levens-ontwrichtend zijn en waarvoor bij hun eigen arts of specialist geen medische, curatieve behandeling wordt geboden, is dit een optie, uiteraard eigen keuze. Dit initiatief is tegelijk ook een aansporing om met elkaar de kloof te dichten die is ontstaan, zie de bovenstaande oproep. Ik roep artsen-organisaties en patiënten-organisaties hiertoe op. Waar een wil is, is een weg. Zie hier de link naar de website van de bovengenoemde organisatie.

 

Zie ook de eerdere blogs:
Ivermectin gaat over het samenbrengen van ervaring en wetenschap
Nieuwe ontwikkelingen rond vitamine D, initiatiefgroep gestart
Kan SSRI-remmer helpen bij Long Covid klachten en ernstige klachten na sepsis? Interview met Carla Rus, oud-neuropsychiater
Informatie van de FLCCC over Ivermectin

 

Bijgewerkt op 14-4-2022 (oorspronkelijk gepubliceerd op 28-2-2022), Idelette Nutma

februari 24, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, COVID-19, FLCCC, Ivermectin, Long-COVID
2 Reacties

Terugblik 8th Netherlands International Sepsis Symposium, deel 1

Inleiding
Het 8e Internationale Sepsis Symposium op Nederlandse bodem werd dit jaar op 17 februari gehouden bij het Nederlands Simulatie-centrum voor de zorg in Ede, online georganiseerd door Interactie-opleidingen. Prof. Arthur van Zanten, internist-intensivist in het Gelderse Vallei-ziekenhuis en buitengewoon hoogleraar aan de Wageningen Universiteit (gespecialiseerd in voeding en metabole stress), verzorgde samen met Dr. Hjalmar Bouma, internist acute geneeskunde, farmacoloog en immunoloog aan het UMCG en prof. Peter Pickkers, gespecialiseerd in Experimentele Intensive Care Geneeskunde aan het Radboudumc, de presentatie van deze bijzondere dag. Verder werkten mee aan de voorbereiding van het programma: Prof. Karin Kaasjager (UMC Utrecht) en Prof. Armand Girbes (Amsterdam UMC). Er waren vele deskundigen die de laatste inzichten deelden, waarbij het hele pad van de vroegherkenning van sepsis, tot de diagnose en behandeling, en de gevolgen en nazorg werd langsgelopen. Indrukwekkend was ook het verhaal van ervaringsdeskundige Suze Korver. Hieronder volgt een korte samenvatting van de eerste 2 sprekers.

Dr. Feike Loots over: ‘Vroegherkenning van sepsis in de eerste lijn’
Dr. Feike Loots staat aan de vooravond van zijn promotie in de Huisartsgeneeskunde. Tevens is hij als arts-assistent op de Spoed Eisende Hulp verbonden aan het UMC Utrecht en het Gelderse Vallei ziekenhuis te Ede. Loots ging in zijn presentatie o.a. in op de TesD-it studie waarbij werd gekeken hoe het staat met de herkenning van sepsis door huisartsen die visites reden bij patiënten buiten de normale uren. Aanleiding hiervoor was een eerdere publicatie (Loots, 2018) waarin werd geconcludeerd dat bij 43% van de patiënten die i.v.m. een sepsis op de IC werden opgenomen én vooraf met de huisartsenpost contact hadden gehad, de huisarts überhaupt geen infectie vermoedde. Om te bekijken welke vroege signalen het beste een sepsis voorspellen werd in het TesD-it onderzoek bij patiënten een bloedtest afgenomen en werden controles gedaan van meerdere (vitale) functies. Bijzonder is nu dat uit dit onderzoek bleek dat 6 ‘parameters’ heel duidelijk naar voren kwamen als samen ‘voorspellend’ voor sepsis. ‘Parameters’ zijn gegevens die kunnen variëren en die iets zeggen over de toestand/situatie van de patiënt. De belangrijkste bleken:
– leeftijd: ouder dan 65 jaar
– een temperatuur boven de 38 graden Celsius
– een bloeddruk van 110 mmHg of minder (bovendruk)
– een hartslag van meer dan 110/minuut
– een zuurstofgehalte in het bloed van 95% of minder
– verandering in de mentale toestand van de patiënt (zoals verwardheid of onrust)

Ook bijzonder is dat een versnelde ademhaling minder voorspellend was dan gedacht (komt dus niet in dit rijtje voor) en dat de hartfrequentie een duidelijker factor was. Ademhaling is daarom vervangen door hartfrequentie. Daarnaast bleken bloedwaarden uit afgenomen bloed niet iets toe te voegen. Een bestaande score die in het ziekenhuis wordt toegepast, de National Early Warning Score (NEWS) werd met terugwerkende kracht naast al deze gegevens gelegd maar bleek net zo goed te voorspellen als het opgesomde ‘rijtje’. Aangezien de NEWS complexer is, heeft ‘het rijtje van 6’ dus de voorkeur omdat het makkelijk toepasbaar is door huisartsen.
Op basis van dit onderzoek gaat er nu een nieuw onderzoek van start waarbij het ‘instrument’ van de 6 parameters gaat worden getoetst aan de praktijk. Zodat we zeker weten of deze manier van voorspellen echt leidt tot goede beslissingen over noodzakelijke ziekenhuis-opnames en tot effectievere sepsis-behandeling.

Dorien Zwart over: ‘Sepsis en COVID-19: het voortzetten van een transmuraal netwerk’
Dr. Dorien Zwart is verbonden aan het UMC Utrecht als afdelingshoofd Huisartsgeneeskunde. Zij ging in op de vraag of we iets geleerd hebben van COVID-19 met continue thuis-monitoring? Met COVID-19 is veel ervaring opgedaan met thuis-monitoring. Dat gebeurde noodgedwongen, om de ziekenhuizen te ontlasten maar het heeft ons ook op een nieuw pad gezet, zo liet Dorien Zwart ons zien. Van het begin af aan is dit in een grootschalige onderzoeksopzet bijgehouden want het was belangrijk om heel goed ‘vinger aan de pols’ te houden omdat er wel vragen waren of het allemaal kon; het ging natuurlijk om een hele nieuwe vorm van zorg. De vraag was o.a.: Is acute behandeling met zuurstof thuis veilig, efficiënt en effectief? Het ging daarbij om 3 groepen patiënten:
– het thuis meten van het zuurstofgehalte in het bloed bij patiënten die risico liepen op een ziekenhuis-opname
– het thuis voortzetten van de behandeling met zuurstof (meting + therapie) van patiënten die op de Spoed Eisende Hulp binnenkwamen
– en het thuis voortzetten van de zuurstof (meting + therapie) na een vervroegd ontslag
De patiënten die hiervoor in aanmerking kwamen, moesten geen ‘bijkomende instabiliteit’ hebben d.w.z. dat er geen andere grote risico-factoren moesten spelen (zoals ernstige onderliggende aandoeningen). Ook mocht er geen sprake zijn van hypoxemie (een té ernstig zuurstoftekort). Ook werden patiënten thuis behandeld die niet naar het ziekenhuis wilden of waarvoor optimale behandeling thuis gewenst was. Als belangrijke voorwaarde werd ook gesteld dat er wel een naaste thuis moest zijn. Om een goede afstemming te waarborgen werd afgesproken dat de arts die de patiënt het laatst had behandeld, de hoofdbehandelaar was.

De conclusie was in grote lijnen dat alles eigenlijk wel goed is verlopen en dat er weinig ‘drempels’ waren op het medische vlak. Maar organisatorisch was het wel vaak een grote uitdaging om bijv. in de avonduren deze zorg goed te regelen, o.a. door regelmatige onderbezetting van de (overbelaste) thuiszorg. Sowieso vergde het een enorme organisatie en coördinatie waarvoor een heel expertpanel was ingericht. Daarin waren de thuiszorg, huisartsen, een patiënt-vertegenwoordiger, longartsen en internisten, het Medisch Regie-centrum (voor de monitoring), het Zorg Coördinatie Centrum en het onderzoeksteam allemaal vertegenwoordigd.
De ervaring die nu is opgedaan biedt wel perspectieven om bijv. ook patiënten die een risico lopen op sepsis mogelijk in de thuis-situatie goed in de gaten te kunnen houden. Dat zal allemaal nog verder onderzocht moeten worden. Uiteraard moet de veiligheid voorop staan.

Beide lezingen boden veel waardevolle informatie en ook aanknopingspunten voor de toekomstige zorg voor sepsis-patiënten.
februari 22, 2022
sepsisen1
Diagnose, Gevolgen, Preventie, COVID-19, huisarts, huisartsenpost, thuismonitoring, vroege herkenning, zuurstofgehalte
2 Reacties

Nieuwe artikelen rond o.a. vitamine C en D

Wetenschappers publiceren advies voor ondersteuning immuunsysteem
In het vakblad Nutrients (maart 2020) publiceerden de gerenommeerde wetenschappers Calder, Carr, Gombart en Eggersdorfer een belangrijk artikel met als titel: “Optimal Nutritional Status for a Well-Functioning Immune System Is an Important Factor to Protect against Viral Infections“. Op pagina 5 onderaan worden duidelijke aanbevelingen gedaan voor een dagelijkse multivitamine + extra dagelijkse dosering van vitamine C, D, Zink en Omega 3 vetzuren (gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek). Dit kan door ieder individu aangehouden worden. Bovendien wordt aanbevolen bij ziekte 1-2 gram vitamine C per dag te nemen. De behoefte van het lichaam is bij ziekte veel groter en ons lichaam maakt vitamine C zelf niet aan.

Onderzoeksresultaten laten zien: 14-daagse toediening van 500 mg orale vitamine C bij IC-patiënten heeft significant positief effect op de overlevingsduur
In Iran werd in het Razi Hospital in Rasht een Double blind, Randomized Controlled Clinical Trial uitgevoerd onder 120 patiënten die met COVID-19 in het ziekenhuis waren opgenomen. Het ging om patiënten waarvan verwacht kon worden dat zij minstens 48 uur op de Intensive Care zouden verblijven en voeding via het maagdarm-stelsel konden verdragen. De patiënten in de behandelde groep kregen dagelijks de inhoud van een tablet van 500 mg vitamine C toegediend. De controlegroep kreeg dit niet. “The Effect of Vitamin C on Pathological Parameters and Survival Duration of Critically Ill Coronavirus Disease 2019 Patients: A Randomized Clinical Trial” werd op 15 december 2021 gepubliceerd in het vakblad Frontiers in Immunology.
Resultaat: een significant hoger aantal patiënten van de behandelde groep patiënten overleefde (16,1 %) t.o.v. de controlegroep (2,9%). Een groot verschil dus in overleving. Ook bleek dat de overlevingsduur een lineaire positieve associatie had met de vitamine C toediening (inclusief correcties voor diverse factoren die konden meespelen als leeftijd, onderliggende ziekten, beademing, etc.) De duur van de overleving vertoonde een sterke relatie met de toediening van de vitamine C. Dit is geweldig nieuws voor de waarde van vroege toediening van vitamine C.

Meta-analyse door Shrestha et al. concludeert: vitamine C verkort ziekenhuis-opname
Deze meta-analyse, waarbij ook Fowler (die hoofdonderzoeker was bij de CITRIS-ALI trial) and Kashiouris betrokken waren (bekende vitamine C experts) concludeert in de inleiding: “The use of vitamin C showed a significant reduction in the length of ICU stays in critically ill patients.” Het onderzoek, gepubliceerd in Nutrients in oktober 2021 liet o.a. ook zien dat de kans op sterfte in het algemeen 19% lager was bij de met vitamine C behandelde patiënten. Ook was er geen sprake van een negatief effect op de nierfunctie bij de toepassing van vitamine C. Dit is nogmaals een bewijs dat vitamine C toepassing geen extra risico oplevert op schade aan de nieren. Verder liet het onderzoek zien dat vitamine C-toepassing de duur van de ziekenhuisopname verkorte. Bij deze meta-analyse werden naast randomized controlled trials ook observationele studies betrokken. Bij subgroep-analyse van alleen de randomized controlled trials werd geen verschil gezien in de mortaliteit, echter een verkorting van de duur van de IC-opname werd juist weer wel geconstateerd bij een subgroep-analyse van alleen de randomized controlled trials. De algemene conclusie van het onderzoek laat het volgende zien: “The treatment of critically ill patients with vitamin C did not offer mortality benefits in terms of a reduction in in-hospital mortality, 28/30-day mortality and ICU mortality based on the cumulative analysis of the randomized controlled trials. However, vitamin C did reduce the length of hospitalization, although it did not reduce the number of ICU days. In addition, vitamin C therapy was relatively safe, especially from a renal standpoint, given the no significant group difference in the incidence of acute kidney injury and the need for renal replacement therapy.”

Een review van Patel et al., gepubliceerd in september 2021, laat een verband zien met een significant lagere mortaliteit bij toepassing van hoge dosering vitamine C
Een systematische review en meta-analyse met als titel: ‘IV Vitamin C in Critically Ill Patients‘ gepubliceerd in het vakblad Critical Care Medicine door Patel et al. (inclusief Daren Heyland, ook een gerespecteerd onderzoeker) laat het volgende zien: ” IV vitamin C monotherapy was associated with a significant reduction in overall mortality (relative risk, 0.64; 95% CI, 0.49–0.83; p = 0.006), whereas there was no effect with IV vitamin C combined therapy. No trial reported an increase in adverse events related to IV vitamin C.” De conclusie van het onderzoek luidt: “IV vitamin C administration appears safe and may be associated with a trend toward reduction in overall mortality. High-dose IV vitamin C monotherapy may be associated with improved overall mortality, and further randomized controlled trials are warranted.” Dit onderzoek ondersteunt de rol van vitamine C-monotherapie in het omlaag brengen van de sterfte, met name in hogere doseringen. Bijzonder in deze studie is dat zowel vitamine C behandeling met lage als hoge doseringen werden meegenomen en apart geevalueerd.

Vitamin D Status and SARS-CoV-2 Infection and COVID-19 Clinical Outcomes
In deze publicatie, in Frontiers in Public Health, 22 december 2021, vonden de onderzoekers het volgende: “Patients with low vitamin D levels present an increased risk of ARDS requiring admission to intensive care unit (ICU) or mortality due to SARS-CoV-2 infection and a higher susceptibility to SARS-CoV-2 infection and related hospitalization.” Vertaald: patiënten met een lage vitamine D spiegel laten een verhoogd risico voor ARDS (vrij vertaald: acute longproblemen) met noodzakelijke IC-opname of overlijden door COVID-19 infectie zien en ook een verhoogde gevoeligheid voor een infectie en ziekenhuisopname.

Vitamin D Endocrine System and COVID‐19
Bouillon en Quesada-Gomez zijn de auteurs van dit artikel dat op 17 november 2021 op JBMR online kwam. De onderzoekers concluderen: “Observational data strongly suggest that supplementation with vitamin D or, especially, calcifediol may decrease the severity of this disease as demonstrated by reduced need for intensive care and decreased mortality risks. Further large, randomized trials are needed. In the meantime, we recommend rapid correction of 25OHD deficiency in all subjects possibly exposed to this coronavirus. This cost‐effective and widely available treatment could have positive implications for the management of COVID‐19 worldwide.” Zij zien voldoende bewijs en doen een duidelijke oproep om, in afwachting van verder onderzoek, op grond van de significant positieve effecten uit meerdere studies, over te gaan tot snelle aanvulling van vitamine D-tekorten bij allen die mogelijk in aanraking komen met het coronavirus.

Open brief van experts vroeg reeds in 2020 aandacht voor het belang van vitamine D
In december 2020 stuurden experts van over de hele wereld een open brief, gericht aan alle regeringsleiders, waarin zij vroegen om consequenties te verbinden aan de belangrijke rol van vitamine D en niet meer te wachten met de toepassing ervan, vanuit de veelheid aan onderzoeksresultaten maar ook vanuit het ethisch perspectief. In de brief staat o.a. te lezen: “Decades of safety data show that vitamin D has very low risk: Toxicity would be extremely rare with the recommendations here. The risk of insufficient levels far outweighs any risk from levels that seem to provide most of the protection against COVID-19, and this is notably different from drugs. Vitamin D is much safer than steroids, such as dexamethasone, the most widely accepted treatment to have also demonstrated a large COVID-19 benefit. Vitamin D’s safety is more like that of face masks. There is no need to wait for further clinical trials to increase use of something so safe, especially when remedying high rates of deficiency/insufficiency should already be a priority.” Vertaald in het kort: Vitamine D heeft heel weinig risico’s. En die risico’s vallen in het niet bij die van een tekort aan vitamine D omdat het in grote mate bescherming biedt tegen COVID-19. Dat risico van een tekort is heel anders dan bij medicijnen. Ook is vitamine D veel veiliger dan steroïden, die wereldwijd geaccepteerd zijn om hun werkzaamheid bij COVID-19. De veiligheid van vitamine D is meer zoals die van mondkapjes. Er is geen noodzaak om meer onderzoek af te wachten om het gebruik van een zo veilig middel te bevorderen, speciaal wanneer tekorten toch al een punt van zorg zijn. Zie hier het artikel in Nutra ingredients (News & Analysis on Supplements, Health and Nutrition – Europe). De brief is hier te vinden, ondertekend door meer dan 200 wetenschappers en artsen, waaronder 115 professoren.

Zie ook in de eerdere blog van 6 januari 2022 het vitamine D-document + brief die vanuit Nederland in december 2021 werd verstuurd aan de Minister van VWS en aan meerdere artsen-organisaties. Ook op de website verzorgdezorg.nl werd hieraan aandacht besteed. Preventie is ook uitermate van belang om de zorg in onze ziekenhuizen behapbaar te houden en gezondheidswerkers te behoeden voor overbelasting en ziek worden. Ook vanuit dat oogpunt kunnen deze toepassingen echt een verschil maken.

Idelette Nutma
20 januari, 2022
januari 20, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, brief, micronutriënten, mortaliteit, onderzoek, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Nieuwe ontwikkelingen rond vitamine D, initiatiefgroep gestart

Document over vitamine D, gezamenlijk initiatief van wetenschappers, patiënt- en burgergezondheidsorganisaties

Op 13 december 2021 ging een brief uit naar het Ministerie van VWS om opnieuw aandacht te besteden aan Vitamine D. Ook werd het volgende persbericht uitgebracht:

“Hierbij maken wij *) u attent op ons verzoek aan het Ministerie van VWS om opnieuw aandacht te besteden aan Vitamine D.
We zijn blij dat de overheid het vitamine D product Hidroferol eerder dit jaar heeft toegelaten voor behandeling bij een vitamine D tekort. Het kan de vitamine D status in het bloed in circa vier uren aanzienlijk verhogen. Dit middel kan daarom een groot verschil maken in de noodzaak voor IC-opname en de overlevingskans indien de behandeling wordt ingezet direct na ziekenhuisopname.
Belangrijk is dat deze nieuwe inzichten meegenomen worden in het beleid. Zo kan veel impact al op korte termijn worden voorkomen. Naar wij hopen kan dit snel bijdragen tot het verlichten van de nood voor patiënten en onze gezondheidszorg. In bijlage het document: ‘De rol van vitamine D in COVID-19 interventie-studies’
Met vriendelijk groet,

*) Dit verzoek is gedaan namens een aantal deelnemers van de initiatiefgroep ‘De rol van micronutriënten in de acute fase van kritieke ziekte’, die is opgezet door patiënten- en burgergezondheidsorganisaties die hierin de samenwerking hebben gezocht met wetenschappers”

De bovengenoemde brief ging vergezeld van een document dat door prof. dr. Manfred Eggersdorfer en dr. ir. Reindert Graaf werd opgesteld (beiden verbonden aan het UMCG, Eggersdorfer: Department of Healthy Aging, Graaff: tot dec. 2021 verbonden aan het UMCG als onbezoldigd universitair hoofddocent). Dit document werd met de bovengenoemde gezamenlijke brief namens meerdere organisaties, medici en experts uit diverse vakgebieden verstuurd aan de Minister van VWS alsmede aan diverse medische organisaties/gremia die zich buigen over de behandelrichtlijnen bij kritieke ziekten als COVID-19 en sepsis. Het document is hier te lezen. O.a. nieuwe ontwikkelingen (waaronder de goedkeuring van Hidroferol en recente onderzoeksresultaten) en een breder perspectief worden hierin onder de aandacht gebracht. Het document is ook in het Engels uitgebracht en verspreid, zie hier de Engelse variant.

Initiatiefgroep ‘De rol van micronutriënten in de acute fase van kritieke ziekte’

Belangrijk is dat de initiatiefnemers wetenschap en patiëntenwaarden en -perspectief meer samen willen laten optrekken. De groep heeft een zeer open karakter en wil het nadenken over, het onderzoek naar en de toepassing van micronutriënten bij acute ziekte stimuleren. Er is een kerngroep gevormd waarin o.a. diverse wetenschappers, artsen en de organisaties ‘Mijn data, onze Gezondheid‘, St. WeerWolfhuizen en Sepsis en daarna als patiënten- en burgergezondheidsorganisaties deelnemen die op hun beurt weer veel contacten hebben. Begin 2022 zal de initiatiefgroep meer structuur gaan krijgen. Voorlopig is al een projectcoördinator aangesteld. Vele experts, ook uit het buitenland, denken mee met de initiatiefgroep, waaronder ook Anitra Carr (vitamine C expert, Nieuw Zeeland).

Geïnteresseerde wetenschappers of patiëntenorganisaties die graag mee willen denken kunnen zich vast wenden tot Roland de Wolf, bestuurder van St. Weerwolfhuizen.

Editorial artikel gepubliceerd rond de rol van vitamine D bij het verminderen van het risico op ziekte, ernstig verloop en overlijden door COVID-19

Het hoofdredactionele artikel van de eerste editie van het vakblad Nutrition 2022 besteedt aandacht aan de essentiële rol die D’Avolio (professor in de farmacologie aan de universiteit van Turijn) heeft gespeeld in het aantonen van de belangrijke rol van vitamine D bij het reduceren van de risico’s van een ernstig ziekteverloop en overlijden bij COVID-19. Daar waar soms onzekerheid rees over de vraag of het vitamine D-gehalte ‘risico voor’ of ‘alleen gevolg was van’ COVID-19 wordt dat in het overzicht van de genoemde onderzoeken (die ook in een aantal gevallen de periode voorafgaand aan ziekte bestrijken) grotendeels weggenomen in het voordeel van een bepalende rol van vitamine D-tekort bij de ontwikkeling van de ziekte. Ook wordt beschreven hoe de waarde van vitamine D onafhankelijk is van mutaties van het virus. Lees het artikel van Grant, W.B.: “Vitamin D’s Role in Reducing Risk of SARS-CoV-2 and COVID-19 Incidence, Severity, and Death” in Nutrients 2022, 14, 183, https://doi.org/10.3390/nu14010183

Lees hier verder over de Initiatiefgroep Micronutriënten in de acute fase van (kritieke) ziekte.

Idelette Nutma, 6-1-2022
januari 6, 2022
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, miconutriënten, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Afgewogen haast

Haast en afwegingen moeten komen tot een nieuwe balans

-een roep om gesprek vanuit oprechte betrokkenheid-

De aanstormende Omicron-variant en nieuwe informatie rond vitamine D en vitamin C dagen ons uit. Zie o.a. het recente document dat aan de minister werd gestuurd alsmede de publicatie van Patel et al. ‘IV Vitamin C in Critically Ill Patients – A Systematic Review and Meta-Analysis’ (Critial Care Medicine, online, 22-9-’21). Het is nodig dat haast én nieuwe afwegingen in een nieuwe balans komen.

Ook rond andere interventies is die gewenst. We zien de voorbeelden om ons heen. In Trouw, 13-12-’21, in het artikel Op zoek naar het vaccin van de toekomst merkt Jona Walk op: ‘Zo is (bij de keuze voor een booster-vaccinatie) het argument voor de snelle toelating: we hebben haast. Er is geen tijd voor grondig testen. Maar je kunt prima parallel testen of je vaccin werkt’. Met haar pleidooi vestigt ze de aandacht op ‘te rechtvaardigen haast’ die niet ‘wacht op’ maar gecombineerd kan worden met voortgaand onderzoek. Dat vergt een keuze. Een keuze waarbij we met elkaar zeggen: hoezeer we ook idealiter de voorkeur zouden geven aan de volgorde ‘ultiem bewijs gevolgd door toepassing’ maken we omwille van het belang van patiënten de keuze voor ‘afgewogen haast’. Als we dit principe toepassen bij belangrijke micronutriënten zoals vitamine C en D, waarover recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn en die een hoge mate van veiligheid hebben laten zien (hoger dan menig medicament), zouden we in termen van nadeel voor de patiënt weinig risico lopen, zeker als we daarnaast op grote schaal gaan monitoren en data verzamelen. Die keuze hebben we, en kunnen we zoals bij andere maatregelen en interventies rechtvaardigen met verwijzing naar het ‘voordeel voor de patiënt’.

In het geval van vitamine C en D speelt ook nog iets anders mee waarin deze micronutriënten zich onderscheiden van medicatie, nl. dat toepassing naast ‘voordeel door extra ondersteuning van het immuunsysteem’ ook nadeel te niet doet, nl. risico op schade door een tekort, een tekort zoals dat in onderzoek bij acute infecties, ook bij COVID-19, veelvuldig naar voren komt (zie wat betreft vitamine C o.a. Chiscano-Camon et al. en Carr et al.). Zeker doorgronden we nog niet geheel het precieze werkingsmechanisme van vitaminen. Dat laatste geldt echter voor veel interventies in deze crisis. Daarvoor is voortgaand onderzoek uiteraard van groot belang. Maar van een tekort kennen we de manifestaties al sinds lange tijd. Niet voor niets wordt aanvulling van aangetoonde tekorten dan ook door het Adviespanel Innovatieve behandelingen COVID-19 onderschreven.

Initiatiefgroep gestart

Een groep patiënt-vertegenwoordigers en burgergezondheidsorganisaties heeft de samenwerking met wetenschappers gezocht om de belangrijke rol van micronutriënten tijdens de acute fase van kritieke ziekte meer op de kaart te zetten. Vanuit deze groep is op 13 december een brief verstuurd aan de minister en staatssecretaris en diverse artsenorganisaties. Bij deze brief zat een uitgebreid document over nieuwe mogelijkheden voor vitamine D-toediening en onderzoek dat tot nu toe nog niet is meegenomen in het beleid. De brief aan de minister is hier te lezen.

Gesprek

Het gesprek over ‘afgewogen haast’ wordt op velerlei fronten noodgedwongen vluchtig gevoerd, zie ook Molnupiravir dat nog niet officieel is goedgekeurd door de EMA maar al wel gebruikt mag worden in de Europese lidstaten. Rond vitamine C en D wordt vanuit wetenschappelijk perspectief wel heel veel ‘afgewogen’ maar ontbreekt de ‘haast’ lijkt het. Terwijl het vanuit patiënten-perspectief om kostbare tijd gaat. Ik herhaal hier dan ook de logische vraag: zou het niet mooi zijn om een nieuwe weg in te slaan en als wetenschappers en patiënt-organisaties samen te bekijken hoe we hier ruimte voor kunnen maken? Zou het niet nieuwe perspectieven openen om ‘compassionate use’ mogelijk te maken met gelijktijdige verzameling van big data? Uiteindelijk geeft dit misschien een iets minder hoge graad van bewijs maar als vele ziekenhuizen meedoen kan het toch robuuste data opleveren, aldus ingewijden.

‘Compassionate use’ werd eerder al toegestaan bij Remdesivir. We kunnen het zien als een soort tussenoplossing. En tussenoplossingen worden vaker gezocht en gevonden. Zie de voorlopige toestemming die recent is afgegeven voor diverse geneesmiddelen waarbij het proces van goedkeuring nog niet is afgerond. Allemaal voorbeelden van vervroegde toepassing op basis van keuzes.

‘Compassionate use’

Deze optie pas je niet toe bij een middel waar iedereen het over eens is. Je past het ook niet toe als er geen enkele grond is voor de werkzaamheid. Je past het ook niet toe als het al standaardbeleid is. Je past het ook niet toe als het enorme risico’s heeft die de voordelen te niet doen. Je past het ook niet toe als er geen nood is. Je past het ook niet toe als je andere opties hebt die COVID-19 geheel onder de duim houden en een nieuwe golf met gemak op afstand houden.

Laten we ze allemaal eens afvinken. Alle genoemde aspecten lijken van toepassing. Zouden vitamine C en D dan geen bespreekbare optie zijn, in de wetenschap van hun belangrijke rol in de strijd van ons lichaam tegen infectie?

Geen tijd te verliezen

Nu er een nieuwe golf van de Omicron-variant op ons afkomt mogen alle opties nadrukkelijk op tafel komen. Zeker de veilige. Het eventuele ‘risico’ van ‘beperkt’ resultaat valt volledig weg tegenover de schaal waarop de impact van dit virus zich manifesteert; elke vermindering van impact is welkom, zowel voor patiënten als onze gezondheidszorg. En kostbaar tijdsverlies zou in dit kader veel zwaarder mogen wegen. Zouden we de optie van ‘compassionate use’, gezien de hoge nood, niet op z’n minst kunnen verkennen? Ik doe deze oproep van harte ook aan medisch ethici. Juist bij deze afwegingen kunnen ethici maar ook patiënten-vertegenwoordigers helpen om het uit het 1-dimensionale te tillen en naast de normen ook onmisbare waarden in te brengen. Het zou een mooie uitdrukking zijn van ‘Afgewogen haast’…..

Tot slot

In de tussentijd is het belangrijk dat patiënt-vertegenwoordigers ook samen met wetenschappers/artsen pleiten voor meer financiering van voortgaand onderzoek naar de optimale verhouding en dosering van álle micronutriënten. Echter, het wachten op afronding van al deze onderzoeksresultaten zal nog jaren vergen terwijl we al belangrijke aanwijzingen hebben voor een aantal van deze stoffen.

De ethische vraag die bij deze afwegingen daarom relevant is, luidt:

Nemen we genoegen met de gunstigst gebleken dosering van een klein aantal van deze micronutriënten (volgens beschikbare kennis tot nu toe) op basis van hun voordelen voor de patiënt en gezien de haast die geboden is? Ook als die doseringen zoals bij diverse soorten antibiotica, nog verder geoptimaliseerd moeten worden? Zie als richtinggevend voor doseringen bijv. de CITRIS-ALI trial (zie de video waarin hoofdonderzoeker Fowler toelichting geeft over de dosering én de her-analyse van het onderzoek, vanaf 32 minuten) en de recente trial van Nogues et al. Het is het bevestigende antwoord op deze vraag dat de mogelijkheid van ‘compassionate use’ snel dichterbij kan brengen. In het kader van ‘Afgewogen haast’…..

Schrijfster komt graag in contact met nog meer wetenschappers/artsen (dan tot nu toe al bereid gevonden) die open staan voor dit redelijk en waardevol gesprek (via dit contactformulier) om deze mogelijkheden verder te verkennen.

18-12-2021, Idelette Nutma
december 21, 2021
sepsisen1
Behandeling, Gevolgen, Herstel, Preventie, CITRIS-ALI trial, ethiek, Omicron, onderzoek, studies, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Vernieuwend onderzoek naar micronutriënten meer nodig dan ooit

Acuut zieke patiënten hebben veelal aangetoonde tekorten aan micro-nutriënten zoals vitamine C.
Er is al heel veel gepubliceerd over de belangrijke rol van vitaminen, mineralen e.a. micro-nutriënten waar acuut zieke patiënten vaak grote tekorten aan hebben. De aandacht voor voeding (ook op de IC waar patiënten veelal via het infuus belangrijke micro-nutriënten krijgen toegediend) neemt gelukkig steeds meer toe. Echter, terwijl burgers en patiënten en ook veel artsen het aanvullen van tekorten bij ernstig zieke patiënten een heel logische prioriteit en voor de hand liggende focus zouden vinden, toch krijgt dit onderwerp van hogerhand en vanuit subsidiërende instanties veel te weinig aandacht.

Wel zijn er gelukkig, zoals genoemd, steeds meer positieve berichten over de waarde van micro-nutriënten en het belang van onderzoek hiernaar. Daarbij zou het waardevol kunnen zijn om grootschalig onderzoek te combineren met het alvast starten met de toediening van specifieke, veilig gebleken micro-nutriënten op basis van ‘compassionate use’, m.a.w: voortgaand onderzoek én gelijktijdige toepassing (op basis van het best beschikbare bewijs). Het zou mooi zijn als we, in samenspraak tussen onderzoekers en patiëntenvertegenwoordigers, daarvoor ruimte zouden kunnen maken. Opdat we het streven naar perfectionering van het bewijs niet onbedoeld in de weg laten staan van het nu al benutten van veilige kansen. Natuurlijk vraagt dat goede voorbereiding en intensieve samenwerking.

Zie deze mooie presentatie van Yugeesh Lankadeva en Clive May over de waarde van vitamine C bij het voorkomen van orgaanschade.

 

 

Arthur van Zanten bestudeert de invloed die micro-nutriënten hebben op de mitochondriën (de energiecentrales in de lichaamscellen)
Dr. Arthur van Zanten gaf een lezing op het ISICEM congres waarbij hij de vraag stelde of (tekorten aan) micro-nutriënten wellicht een beperking vormen voor een optimaal functioneren van de mitochondriën in de lichaamscellen. Lees het artikel waarin van Zanten zijn onderzoek toelicht.

Op zoek naar balans in de verhouding tussen wetenschappelijk en patiëntenbelang; nieuwe aanvliegroutes.
Het is zeer waardevol dat de mechanismen en de precieze bijdrage van de verschillende micro-nutriënten goed in kaart worden gebracht. En het is geweldig dat artsen zoals Arthur van Zanten zich hier met grote passie voor inzetten. Daarnaast verdient het ethisch aspect ook aandacht; we doen enorm ons best om gedegen onderzoek op te zetten volgens de heersende standaard van een RCT (=Randomized Controlled Trial) waarbij toepassing pas volgt na het doorlopen van het complete traject. Maar we zouden in samenwerking tussen wetenschappers en patiënten-vertegenwoordigers ook kunnen bekijken hoe we onderzoek bij een veilige stof als vitamine C kunnen doen terwijl we tegelijk ook (op grote schaal en goed gemonitord) toepassen. Dat gesprek, ter oriëntatie, vindt al plaats. Van een stof als vitamine C weten we al dat die, mits toegepast in een voldoende dosering (zoals in de CITRIS-ALI trial), allerlei processen die tijdens de infectie-reactie optreden, op een veilige manier in goede banen helpt te leiden….Afwachten kan schadelijk zijn. Hoeveel schade patiënten oplopen door tekorten aan o.a. vitamine C in de tijd dat we afwachten tot alle onderzoeksresultaten bekend zijn…is een relevante vraag. En nóg een relevante vraag is: kunnen we patiënten hier nog 3 jaar op laten wachten totdat we alle onderzoek hebben uitgevoerd of gaan we al met beschikbare kennis aan de slag? Van bijvoorbeeld antibiotica weten we van vele middelen nog steeds niet de optimale dosering terwijl een aantal van hen ook nog flinke bijwerkingen kunnen hebben. Naar die optimale dosering wordt nog steeds onderzoek gedaan terwijl deze antibiotica tegelijkertijd, vanwege de voordelen, op grote schaal worden toegediend. Bovengenoemde vragen die gaan over de voordelen/nadelen-balans en patiëntenwaarden, zijn dus nuttig om te stellen. Vanuit het patiëntenbelang en in het licht van de urgentie (rond COVID-19) zou het op z’n minst ‘niet vreemd’ zijn om de mogelijkheid van een combinatie van onderzoek en toepassing van veilig gebleken middelen te verkennen en uit te werken, zeker nu het gebruik van ‘big data’ veel meer mogelijkheden geeft.

Vermindert een hoge dosis vitamine C orgaanschade na reanimatie? Een multicenter studie in Nederland onderzoekt dit
Een team vanuit het Amsterdam UMC, in samenwerking met andere ziekenhuizen, onderzoekt de rol die vitamine C in hoge doseringen speelt bij het verminderen van orgaanschade.
Een hoopvolle studie die onderstreept dat vitamine C het verschil kan gaan maken in de toekomstige behandeling van kritieke aandoeningen zoals een hartstilstand. Zie hier de opzet van het onderzoek.

Toelichting van Fowler bij de CITRIS-ALI trial
Deze trial bleek, na correctie achteraf voor ‘survivors-bias’ (waarbij bepaalde gegevens niet mee-berekend waren in het onderzoek), juist een significante daling te laten zien in de orgaanfalen-scores bij de groep die behandeld werd met vitamine C. Direct bij publicatie van de eerste resultaten was al gebleken dat de sterfte significant lager was in de behandelde groep. De CITRIS-ALI trial liet dus zien dat vitamine C in een hogere dosering (200 mg/kg/24 uur) een zeer gunstige uitwerking heeft op de mate van orgaanfalen en dus de mortaliteit. Er is een directe relatie tussen de mate van orgaanfalen en sterfte.
Zie dit fragment uit de webinar van het Linus Pauling Institute met als titel: “Vitamin C and Health: New Frontiers”:
Filmpje Fowler, 3 minuten

Zie de hele webinar van het Linus Pauling Institute..

Zie hier voor de website van het Linus Pauling Institute.

Laatst genoemde studies zijn een extra illustratie van de enorme kansen die we nú al hebben, kansen om een micro-nutriënt als vitamine C nu al in de praktijk zijn werk te laten doen en de uitdaging te zien in het opzetten van grootschalige monitoring die ons een enorme hoeveelheid aan gegevens kan opleveren.

september 30, 2021
sepsisen1
Behandeling, Geen onderdeel van een categorie, Herstel, Preventie, orgaanfalen, orgaanschade, vitamine C, vitamine D
Laat een reactie achter

Toepassing Ivermectin wint terrein

In steeds meer landen wordt Ivermectin toegepast voor de behandeling van COVID-19
Slowakije, Japan, het zijn slechts voorbeelden van vele landen waar Ivermectin inmiddels wordt ingezet. Preventie en tijdige behandeling van COVID-19 kan in belangrijke mate ook sepsis voorkomen. Er is al heel veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van Ivermectin. Ook is het zeer veilig gebleken. Zie voor een overzicht van de onderzoeksresultaten betreffende Ivermectin deze site. Dat er in veel landen waaronder Nederland tot op heden wordt gewacht op nóg verdere onderbouwing van het bewijs is een keuze. Maar in die keuze overheerst het argument van ‘de perfecte bewijsvoering’ en de vraag is of de ethiek (het omarmen van veilige kansen om leed te voorkomen) in deze pandemie niet voorop gesteld moet worden. Gezien de aangetoonde veiligheid van het middel en het veelvuldig beschreven en ervaren effect ervan zijn vele landen daarom reeds overgegaan tot toepassing.



De British Ivermectin Recommendation Development Panel
Dit panel werd opgericht in januari 2021 en is een onafhankelijke medische onderzoeksorganisatie. Zij hebben op basis van grondig onderzoek naar de onderzoeksresultaten tot nu toe vastgesteld dat er genoeg bewijs is om Ivermectin versneld in te voeren: “Following the standard “DECIDE” Evidence-to-Decision framework [4] for clinical recommendations, BIRD concluded that there was enough evidence to recommend the rapid implementation of ivermectin for covid-19”, zie de link naar ‘Trialsite news‘. Zij gaan ook uitgebreid in op de uitspraak van de EMA (Europees Medicijn Agentschap) om Ivermectin nog niet te gebruiken buiten onderzoeksverband.

15 april’21 gaf Pierre Kory, voorzitter FLCCC en voorvechter van Ivermectin een interview voor ‘De Groene Rekenkamer’
Bekijk deze Nederlandse webinar: Webinar ‘Ivermectine tegen COVID-19?‘.

Global Medical & Scientific Experts Call Upon World Governments to Act Now to Save Lives
In deze video komen experts uit verschillende landen aan het woord. Zij beschrijven de waarde van Ivermectin, vanuit wetenschappelijk onderzoek én hun ervaring. De FLCCC werkt hard om Ivermectin op de kaart te zetten.



.

Vaccinatie COVID-19 – update

Preventie COVID-19
COVID-19 is een niet te onderschatten virus-infectie. Lang niet iedereen wordt er even (ernstig) ziek van maar Corona is dodelijker dan bijvoorbeeld griep (zie ook het artikel in het Parool van 30-10-2020). Hoe iemands lichaam gaat reageren op een infectie met SARS-CoV-2 is van tevoren niet met zekerheid te zeggen en belangrijk is dat je de kans op een ernstig verloop van de infectie veel kleiner maakt door het versterken van je weerstand. Zie daarvoor ook de handreikingen op de pagina (Voor)zorgen COVID-19.
Een andere insteek die helpt beschermen tegen een COVID-19 infectie, is de vaccinatie met één van de vaccins die nu worden toegediend.

Als ik een sepsis heb gehad, doe ik er dan goed aan om me te laten vaccineren?
Voor veel (ex-)sepsispatiënten is dit een vraag die speelt. En: het is een terechte vraag. Bescherming tegen de impact van het gevaarlijke SARS-CoV-2 virus is heel belangrijk en het verminderen van de besmettelijkheid ook. Het moet wél gezegd dat we op dit moment nog niet helemaal zeker weten of mensen die ingeënt zijn, ook allemaal minder besmettelijk zijn voor hun omgeving. Berichten daarover uit de VS en Israël laten in ieder geval al wel een positieve tendens zien, zo blijkt uit onderzoek (zie ook Trouw, 1 april 2021). Belangrijk aspect is in ieder geval: de bescherming tegen een infectie, en die is bij alle vaccins rond (iets onder of boven) de 90%. Die bescherming is dus redelijk goed gewaarborgd, ook al weten we nog niet zeker hoelang die bescherming duurt én met díe beperking dat we niet helemaal zeker weten of het vaccin ook tegen nieuwe varianten werkzaam is. Tegen de Britse variant wel. Het vaccin biedt dus voorlopig een goede bescherming tegen de meest voorkomende varianten in Nederland van dit verraderlijk virus en dat is van groot belang. Daarom kan vaccinatie een goede keuze zijn. Wel zijn er een aantal beperkingen en aandachtspunten (zie onder) waar in ieder geval iedereen die kort geleden (minder dan een half jaar) een sepsis heeft doorgemaakt het gesprek met de behandelend specialist en/of de huisarts over moet aangaan. Let wel: is de sepsis langer geleden en hebt u nog steeds klachten van herhaalde infecties en een verminderde weerstand, of gebruikt u bepaalde medicatie (zie hieronder) ook dan is het raadzaam advies in te winnen bij de arts.

De berichten over het vaccin van Astrazeneca
De berichten over, en tijdelijke stopzetting van de vaccinatie met het Astrazenecavaccin in verband met uitzonderlijke bloedstollings-stoornissen deden veel stof opwaaien en riepen vragen op over de veiligheid. Betreffende reactie van het lichaam duidt op een extreme auto-immuunreactie waarbij het lichaam antistoffen maakt tegen de eigen bloedplaatjes. Inmiddels lijkt het duidelijk dat er een verband is tussen deze uitzonderlijke auto-immuunreactie en de vaccinatie, aldus ook hoogleraar ten Cate uit UMC Maastricht, maar ook is duidelijk hoe hier medisch goed op ingespeeld kan worden, nl. met een infuusbehandeling met immuunglobulinen. Ook is de keus van de bloedverdunner van belang. Mede hierom is er nu ook een waarschuwing opgenomen in de bijsluiter om artsen hierop alert te maken, zie de berichtgeving van 25 maart 2021 van het College ter Beoordeling Geneesmiddelen (CBG) of lees het artikel in de Volkskrant van 21 maart 2021. Voor een evenwichtig verhaal over de afweging van ‘voors en tegens’, zie dit artikel in het NRC, van 26 maart 2021: ‘Corona-vaccin op de weegschaal van pijn en nut’.

Om te weten waar u op moet letten om ernstige bijwerkingen te herkennen, zie de meest recente digitale bijsluiter.

Let wel: de boven beschreven bijwerking treedt slechts op bij een heel klein aantal gevaccineerden. Echter, meldingen van deze bijwerkingen doen ons wel beseffen dat een vaccin iets in het lichaam op gang brengt dat ook tot ontsporingen kan leiden waar we nog wel verder inzicht in moeten verkrijgen en waar we nog niet het hele plaatje van in beeld hebben. Dit zal goed gevolgd moeten worden. Goed dus als hier verstandig mee wordt omgegaan en uitzonderlijke bijwerkingen serieus genomen en goed onderzocht worden.

Beperkingen en aandachtspunten
In de digitale korte bijsluiter van het Moderna-vaccin staat te lezen: ‘Vraag aan uw arts of u dit vaccin mag krijgen als u:

  • -Een slechte afweer heeft. Bijvoorbeeld door ziekte of door het gebruik van medicijnen.
  • -Bloedverdunners gebruikt. Of als u een ziekte heeft waardoor uw bloed minder goed stolt
  • -Eerder een ernstige allergische reactie heeft gehad op een ingrediënt van een vaccin

 

  • Maak een nieuwe afspraak als u ernstig ziek bent of hoge koorts heeft voordat u de vaccinatie krijgt, of wanneer u klachten heeft die vaak voorkomen bij het Corona-virus. Daar voegt Sepsis en daarna aan toe: dus ook als u alleen snotterig bent of lichte verhoging hebt is het raadzaam om vaccinatie uit te stellen.

 




Hier voegt Sepsis en daarna nog aan toe:
Bent u vanwege eerdere reacties van uw lijf wat bezorgd (bijvoorbeeld door een heftige allergische reactie op bepaalde medicatie in het verleden) geef dan gerust van tevoren bij het maken van de afspraak of ter plekke (extra) aan, dat u na de inenting een half uurtje wilt blijven zitten/geobserveerd wilt worden, om zeker te weten dat u er goed op reageert. In principe valt een kwartier ‘na blijven zitten’, onder de standaardmaatregelen bij de inenting. Natuurlijk kan het zijn dat er zich tijdens of na de vaccinatie-campagne bepaalde effecten openbaren die vooraf niet duidelijk naar voren zijn gekomen of voorzien waren. Het vaccin heeft alle stappen en tests goed doorlopen maar het Pfizer-vaccin en het Moderna-vaccin zijn wel gebaseerd op een nieuw principe waarvan we de lange termijnwerking (na een jaar) op het lichaam niet volledig kennen. Bij de tests op korte termijn zijn echter geen ernstige bijwerkingen naar voren gekomen.


Risicogroepen
Ex-sepsis-patiënten worden vooralsnog straks niet standaard als ‘risico-groep’ opgeroepen. Dat gebeurt wel als u eerder ook al de griep-prik kreeg of wanneer u bekend bent (geraakt) met hart- of longproblemen of een andere chronische aandoening die u kwetsbaarder maakt. Maar uiteindelijk is het wel de bedoeling dat de hele bevolking wordt gevaccineerd met inachtneming van de bovenstaande beperkingen, dus ook u als ex-sepsis-patiënt. Zie daarbij de bovenstaande ‘Beperkingen en aandachtspunten’, en bespreek het bij twijfel altijd met uw behandelend arts.

Hoe werken de verschillende vaccins?
Het Pfizer- en het Moderna-vaccin zijn zgn. RNA vaccins. Daarnaast bestaan er Vector-vaccins. Het AstraZeneca-vaccin is daar een voorbeeld van. Het laatstgenoemde soort vaccin kennen we al langer; het is een ‘aangepast’ virus waar je in de regel niet ziek van kunt worden maar dat wel zorgt voor de aanmaak van afweerstoffen (vergelijk het griep-vaccin). RNA vaccins bevatten de code voor een eiwit dat kenmerkend is aan het virus, in dit geval het ‘spike-eiwit’ van het Coronavirus. Na de inenting bouwt het lichaam dit eiwit volgens de code zelf en wordt dit eiwit vervolgens als ‘lichaamsvreemd’ herkend door het immuunsysteem. Dit brengt een immuunreactie op gang die ervoor zorgt dat antistoffen wanneer het Corona-virus binnendringt, vastklampen aan het eiwit van het virus zodat het niet tot een ernstige infectie komt. Ook worden er geheugencellen gevormd die het eiwit kunnen herkennen Zie voor verdere informatie op de site van het RIVM. Of bekijk de video van de NOS met uitleg en het filmpje ‘Hoe werkt een vaccin?

Een aantal belangrijke vragen beantwoord
Zie de 10 belangrijkste vragen zoals die in de Volkskrant werden beantwoord. Lees het artikel hier. Om het beeld compleet te maken, is het natuurlijk goed om de onzekerheden, zoals hierboven ook beschreven, niet buiten beschouwing te laten. Evenwel moet bij eventuele (nieuwe) klachten nog blijken of die ook inderdaad direct samenhangen met het vaccin en of deze risico’s algemeen of alleen voor enkelingen van toepassing zijn. Het blijven volgen van de ontwikkelingen en het stellen van de goede vragen, blijft dus van belang.

Belangrijk
Tot zover de belangrijkste basis-informatie. Ook Sepsis en daarna kan u geen details vertellen over eventuele effecten op langere termijn. Die informatie is er eenvoudigweg nog niet omdat het om een nieuw vaccin gaat. Ook kunnen bijwerkingen optreden. Dat hóeft niet, maar kan zeker gebeuren. Na een sepsis kan uw immuunsysteem nog een tijd ontregeld zijn. Dat kan een jaar duren maar ook langer. En bij sommigen duurt het korter. Het is begrijpelijk dat u zich afvraagt of een vaccin het weer in balans komen van uw immuunsysteem dient. In de komende maanden zal er meer duidelijk worden over de mate en vorm van bijwerkingen. Sepsis en daarna zal deze gegevens ook volgen, zodat dit u kan helpen bij uw afwegingen. Aan de andere kant is er het risico van een Corona-infectie die heel veel impact kan geven (inclusief een risico, bij verergering, op sepsis). Te kiezen voor bescherming door vaccinatie is dus een goed te beredeneren keuze. Het voorkomen van een infectie betekent ook het voorkomen van een sepsis. Echter, voor iemand die een sepsis heeft doorgemaakt (=een ontsporing van de immuunreactie), is het goed om niet ‘blanco’ de vaccinatie in te gaan en wel de bovengenoemde informatie tot zich te nemen. Het kan in ieder geval zijn dat u sterkere bijwerkingen ervaart zoals spierpijn, hoofdpijn en verhoging/koorts als u kortere tijd geleden een sepsis hebt doorgemaakt omdat uw afweersysteem dan (wat) heftiger kan reageren. En, als de bovenstaande beperkingen of aandachtspunten bij u van toepassing zijn, dan wordt u ten sterkste aangeraden met uw arts te overleggen. En dat geldt ook als u om wat voor reden dan ook twijfels hebt. Overleg in dat geval altijd.
Tot slot voegt Sepsis en daarna hier graag aan toe: in alle gevallen is het heel belangrijk om uw lichaam extra te ondersteunen met de voedingssupplementen zoals genoemd op de pagina (Voor)zorgen COVID-19 zodat heftige lichaamsreacties zoveel mogelijk goed opgevangen kunnen worden. Daar bewijst u in alle gevallen uw lichaam en immuunsysteem een goede dienst mee. Doet u dát in ieder geval en houdt u aan de beschermende maatregelen die van kracht zijn.

Zie voor alle informatie rond (herstellen na) sepsis bij ‘Alles over sepsis‘.

Idelette Nutma 2-4-2021