Doodziek door sepsis, Rien vertelt, deel 2

In deze blog-serie vertelt Rien over zijn sepsis-ervaring in 2019. Ongeveer om de 2 weken verschijnt een vervolg. Hieronder het tweede deel van zijn verhaal. Hij beschrijft hoe hij wakker wordt en nog steeds te maken heeft met een delier (= acute verwardheid). Daardoor is zijn waarneming van de werkelijkheid nog behoorlijk verstoord. Daarnaast beschrijft hij treffend de angst die hij voelde door nog zo machteloos en verzwakt te zijn, en gefixeerd te liggen (daarbij zijn de armen met polsbanden vastgelegd om te voorkomen dat de patiënt in zijn onrust bijv. een infuus verwijdert). De beschermende kleding, mondkapjes, alarmtonen, etc. zorgen bovendien voor een extra vervreemdend effect. Voor velen, ook voor naasten, zijn de beschrijvingen ongetwijfeld herkenbaar. Dank je wel Rien, voor het delen. Voel u welkom om onderaan te reageren.

Woensdagmiddag 6 maart 2019, 16:00 – 22:00 uur
“Wat later werd ik zachtjes wakker en zag Miranda bij mijn bed zitten. Ook mijn moeder was er. En ook zij hadden zo’n raar gezicht en kleur. Dan was er iets goed mis, want waarvoor zou mijn moeder van 84 uit Arnhem naar Rotterdam komen. Trouwens, hóe was ze hier gekomen? Autorijden kon ze niet meer. Ik checkte mezelf, ademhaling, check. Armen benen bewegen, moeizaam, maar toch, check. Slikken, check. Oké, dat was allemaal redelijk oké. Hoe voel ik me? Pijn, nee, check. Misselijk, nee, check. Koortsig, nee, check. Wát was er dan met me aan de hand, wáárom lag ik dan op de IC??

Miranda zag dat ik wakker was en begon tegen me te praten. Ik was niet lekker geworden thuis en lag nu hier, op de IC. Na deze boodschap was ik uitgeput en zakte weer weg in een slaperige toestand. Mijn moeder begon ook wat te vertellen, maar dat had voor mij op dat moment zo’n negatieve lading dat ik uiteindelijk zei dat ik ‘r niet in de kamer wílde hebben en dat ze, wat mij betreft, voorlopig niet meer terug hoefde te komen. Ik hoorde mezelf het zeggen en vond dat ik ook volledig gelijk had. Negatieve gevoelens kon ik niet aan, ik had meer dan genoeg aan mezelf en kon me geestelijk nog maar nét vastklampen aan mijn enige houvast, Miranda. Daarna was moeders weg en zakte ik weer weg in een droomloze slaap. Toen ik m’n ogen weer open deed stond Miranda in de deuropening met een vriend van ons, Cees. En ik hoorde ‘r zeggen dat ze niet zeker wist of ‘ie welkom was’ want ik had tenslotte net m’n moeder ook weggestuurd. Ik zei dat ik van ‘m hield en dat ‘ie meer dan welkom was’ (tegelijkertijd vroeg ik me af waarom ik dat zei en zo open was, zo kende ik mezelf niet en zo deed ik ook nooit). Miranda en Cees kwamen binnen en ik hoorde Miranda iets zeggen over quarantaine en maskers. En toen ze voor me stonden vond ik ze er weer zo plastic-achtig uitzien. Vreemd. Nu ik dat over de maskers gehoord had kon ik die vreemde vorm van de gezichten plotseling ineens verklaren, mondkapjes… Dat ik dat niet eerder gezien had, ik zie die dingen dagelijks! Waarom kon ik er niet eerder opkomen? Oké, laat maar, dacht ik. Nu even fijn praten. Tenslotte was dit weer een mogelijkheid om te horen wat er mis met me was, want ik had écht totaal geen idee. Gedurende het gesprek begreep ik dat ik ‘out’ gegaan was in onze badkamer en dat Miranda 112 gebeld had waarna ik naar het Erasmus medisch centrum gebracht was. Even later namen Miranda en Cees afscheid en toen begon ik een beetje te panikeren. Ik lag vastgebonden en was bang dat ik mijn oproep-knop zou laten vallen als ik in slaap zou vallen. Want dan kon ik er nooit meer bijkomen en wie zou mij dan horen? Gelukkig snapte Cees dat en bond de knop zo op aan de spijlen van mijn bed dat ik er altijd bij kon komen. Gerustgesteld zag ik ze weggaan, maar voelde me van alles en iedereen verlaten en was heel erg angstig voor de nacht.

Donderdagochtend 7 maart 2019, rond 02:00 uur
Slapen? Nee, dat ging niet. De piepjes, lichtjes en het verplegend personeel hielden me onbedoeld wakker. En de klok aan de muur deed ook al zo vreemd. Hij stond elke keer op een andere tijd, dat kón niet kloppen want slapen deed ik niet. Toen er een andere verpleegkundige binnenkwam was ik op mijn qui-vive. Op mijn vraag hoe laat het was werd er geantwoord dat ’t iets na tweeën was. Ik was het daarmee niets eens en beschuldigde hem ervan dat hij mij voorloog en dat ik het écht wel doorhad dat ze op deze manier het dag/nachtritme wilden omdraaien zodat er 24 uur per dag geopereerd kon worden(??). Hij bleef heel serieus en legde uit dat de klok aan de muur speciaal ontwikkeld was voor mensen zoals ik (??) en dag, maand, jaar en tijd aangaf. Toen ik zei dat ik ‘m nog steeds niet geloofde draaide hij de zuil met een paar beeldschermen om en liet me zien dat er op allemaal dezelfde tijd stond. Morrend gaf ik ‘m gelijk, maar was niet echt overtuigd. Daarna zakte ik weg in een soort halfslaap, me volledig bewust van het meeste wat er rond me gebeurde.”

Binnenkort kunt u in de blog-rubriek het vervolg lezen. Herkent u deze ervaringen, u bent welkom om hieronder te reageren!

In het boek Sepsis en daarna vindt u uitgebreide aandacht voor het delier, zie voor info hier.
De Stichting IC Connect heeft ook een prachtig filmpje over het delier gemaakt, bekijk het filmpje.
Door de NTR werd in een speciale uitzending van ‘Doe even normaal’ stil gestaan bij het delier, ex-patiënten maar ook prof. Arjen Slooter geven uitgebreid toelichting vanuit ervaring en kennis, zie de uitzending hier.
oktober 20, 2020
sepsisen1
Behandeling, familie, Gevolgen, Herstel, beschermende kleding, delier, dromen, familie, fixatie, Gevolgen, intensive care, maskers, mondkapjes, naasten, sepsis
Laat een reactie achter

Tussen werkelijkheid en dromen; delier en bijna-doodervaring, Rien vertelt

Een sepsis kan een vervreemdende ervaring zijn, in meerdere opzichten. Door het ernstig ziek zijn maar ook door alle ontstekingsstoffen die bij het brein komen, kun je een delier ontwikkelen (dit is acute verwardheid die ontstaat door een fysieke oorzaak, zoals bijv. sepsis). De ‘high-tech’ omgeving van een Intensive Care, met alle piepjes, alarmen, etc. doet daar geen goed aan. Om nog maar te zwijgen van de maskers en extra voorzorgsmaatregelen i.v.m. Corona. Sommige patiënten hebben een bijna-dood-ervaring, een soort ‘grens-ervaring’ waarbij zij (bewust of onbewust) déze kant maar ook het dichtbij zijn van de ‘Andere kant’ ervaren. Beide overkwamen Rien. Hij beschrijft het hieronder indringend. Het is het eerste deel van zijn verhaal. Het vervolg zal in gedeelten in de blog-rubriek verschijnen. Dank je wel Rien, voor het delen. Voel u welkom om onderaan te reageren.

Zondag, 3 maart 2019, rond 21:00
“Ik lig nog wat te lezen in bed. Morgenochtend gaat m’n wekker weer vroeg af, er zijn nogal wat zaken te bespreken met míjn leidinggevende, en daar wil ik wel fris voor zijn. Opeens begin ik te hoesten en dat wil maar niet ophouden. Het blijft maar kriebelen in mijn keel en ik blijf daardoor maar doorgaan met hoesten. Niet fijn. Mijn vrouw roept van beneden of alles wel goed gaat. Het enige dat ik kan uitbrengen, tussen het hoesten door, is dat het hoesten niet meer wil stoppen. Daarop vraagt ze me om naar de badkamer te gaan, wat ik dan ook doe.

Op de drempel van de badkamer voel ik een raar gevoel in heel mijn lichaam. Overal begint het te jeuken, maar dan van binnen uit. Een vreemd en eng gevoel, beslist niet prettig. Ik doe een stap verder en nu komt er ook een gevoel vanuit mijn borst en buikstreek bij. Net of er allemaal puntjes van binnenuit naar buiten komen. Ik kijk naar mijn lichaam, maar zie niets vreemds. Dan kijk ik op naar de muur en zie sterretjes, net alsof je je gigantisch hebt ingespannen. Dit is wel héél erg eng en ik ga op de toiletdeksel zitten.

Woensdagmiddag 6 maart 2019, rond 14:00 uur
Na een heleboel enge ‘dromen’, die wel heel erg realistisch waren en je ook zou kunnen betitelen als bijna-dood ervaringen, doe ik mijn ogen open en kijk ik in een gezicht met een paar hemelsblauwe ogen omkranst met blond haar. Het eerste wat ik aan deze wildvreemde vrouw vraag is of ik mag blijven.
Dit was omdat ik, in mijn laatste droom, elke keer ondergedompeld werd in een diepe modderige rivier en me dan weer door allerlei obstakels (waaronder twee levensgrote rode dobbelstenen met gouden plussen en minnen) moest worstelen om boven water de vraag te beantwoorden “wat wil je?”. En elke keer als ik antwoordde dat ik terug wilde naar Miranda (mijn echtgenote) te horen kreeg dat ik weer terug moest om te leren en vervolgens wéér op de bodem van de rivier belandde om weer omhoog te zwemmen. Keer op keer. De laatste keer dat ik boven gekomen was antwoordde ik op die vraag; “Ik wil terug naar Miranda én naar mijn leven”, waarna ik mijn ogen open deed en in het gezicht van (naar later bleek) Davida keek en aan haar vroeg of ik mocht blijven. Ze antwoordde dat ik dat zeker mocht, dat ik heel ziek was, en dat ze me weer beter gingen maken. Dat was ook gelijk het moment dat ik besefte dat ik in een ziekenhuis lag. Wat Davida ook meteen bevestigde door te zeggen dat ik op de IC van het Erasmus medisch centrum lag en dat ze goed voor me gingen zorgen. Daarna keek ik om me heen en merkte dat ik alles door een waas heen zag. Alles was onscherp en de kleuren waren ook niet correct. Zelfs de huidtinten van de mensen die rond míjn bed stonden deden plastic-achtig aan, in ieder geval heel onnatuurlijk, waarop ik me opnieuw afvroeg of dit wel écht was en niet nog steeds een hele slechte droom. Om dat te controleren wilde ik me even knijpen en bewoog mijn linkerarm naar mijn rechterhand totdat ik ineens niet meer verder kwam. Moeizaam bewoog ik mijn hoofd om het eens goed te bekijken en probeerde mijn blik te focussen, wat weer niet lukte. Wel ik wel zag en merkte was dat ik vastgebonden lag… De uitleg daarvoor kwam snel. Ik wilde me, toen ik sliep, steeds losrukken en dat was niet goed voor mijn nekkatheter, mijn infuus, mijn lieskatheter en mijn katheter. Toen dat gezegd was keek ik weer wat rond en inderdaad, ik lag aan van alles en nog wat. Ik zag en hoorde en zag van alles bewegen en piepen. Nou, dat bevestigde ’t wel. Ik lag inderdaad op een IC. Maar waarom had iedereen dan toch zo’n raar gezicht en rare kleur? Zou ik toch stiekem niet nog steeds dromen? Nou ja, als ik droom, dan maar verder slapen en hopen dat als ik wakker werd alles weer normaal zou zijn.”

Binnenkort kunt u in de blog-rubriek het vervolg lezen.
Herkent u deze ervaringen, u bent welkom om hieronder te reageren!


In het boek Sepsis en daarna vindt u uitgebreide aandacht voor het delier maar ook voor bijna-dood-ervaringen,
zie voor info hier.
De Stichting IC Connect heeft ook een prachtig filmpje over het delier gemaakt, bekijk het filmpje.
Door de NTR werd in een speciale uitzending van ‘Doe even normaal’ stil gestaan bij het delier, ex-patiënten maar ook prof. Arjen Slooter geven uitgebreid toelichting vanuit ervaring en kennis, zie de uitzending hier.
oktober 2, 2020
sepsisen1
familie, Gevolgen, bijna-doodervaring, delier, dromen, familie, fixatie, intensive care, naasten
2 Reacties